donderdag 11 oktober 2012

Ziekenhuisfobie (deel II)

...Een ander probleem als je in het ziekenhuis ligt is de kamergenoot. Soms heb je het geluk dat je naast iemand ligt met wie het klikt. Soms is er helemaal geen klik (vind ik ook niet erg) en soms kom je naast hele vervelende mensen te liggen. 

Ik lag een keer naast een oud omaatje die behoorlijke last had van verbale diarree. Ze klepte de godganse dag maar door. Ik ben redelijk mobiel, dat wil zeggen; ik red mezelf gauw als ik in het ziekenhuis ligt. De eerste dagen ben ik vaak hulp nodig, maar zodra er verbetering in zit, zul je mij niet op het rode knopje zien drukken. 
Het oude omaatje zag dat ik voor mezelf een washandje pakte en vroeg meteen of ik haar ook één wilde geven. Natuurlijk, geen probleem. En toen was het hek van dam.
'Alie, wil je mijn sokken even uitdoen? Alie, wil je mijn schoenen even aandoen? Alie, ik wil graag een koekje bij de koffie, maar de koekjes liggen in de vensterbank. Alie, mijn telefoon gaat, ik kan er niet bij.....' Al gauw zag het omaatje mij als haar persoonlijk assistente. En ik ben heus de beroerdste niet om iemand anders mee te helpen, maar dit ging heel ver. Bovendien lag ik daar niet om háár te bedienen maar om zélf beter te worden. 
Het hoogtepunt was toen ze mij 's nachts vroeg of ik haar luier goed wilde doen..... Ik lag al half in dromenland toen ze zacht zei: 'Alie, het plakbandje van mijn luier laat los. Wil jij die even weer vast maken?'
'Eh NEE, u moet nu echt op het belletje drukken hoor....'
Of die keer dat ik met mijn moeder aan het bellen was, ik hing in mijn zo relaxed-mogelijke houding op bed, toen haar telefoon ging. Terwijl ze hoorde dat ik aan het bellen was riep ze dat haar telefoon ging; 'Alie, mijn telefoon gaat....'!! GRRRRRRRRRR......
Het zal je niet verbazen dat ik opgelucht was dat het omaatje later die opname naar een andere afdeling werd verhuisd. Wel zo rustig voor mij. 

Of wat te denken van die keer dat ik op een vierpersoonskamer lag en ik 's nachts naar het toilet moest. Gelukkig lag ik meteen naast de wc dus was het niet ver lopen. Maar toch; zelfs dat kleine stukje maakte dat ik buiten adem en hoestend bij de wc aankwam, daar het licht aandeed en in een bruine rakker van één van mijn kamergenoten keek. Iemand was voor mij naar het toilet geweest en had niet doorgespoeld!!!! 
Dát wil je dus niet tegenkomen als je je longen uit je lijf hoest. Ik had moeite om mijn maaginhoud binnen te houden. Ik wil diegene die niet heeft doorgespoeld het voordeel van de twijfel geven; misschien dat hij of zij het vervelend vond om lawaai te maken en om die reden niet heeft doorgespoeld. Maar ik word duizend maal liever wakker omdat iemand zijn rotzooi achter zich door spoelt dan dat ik één keer op de drol van een kamergenoot stuit. 
Natuurlijk zijn er ook voorbeelden te over van dergelijke soort incidenten waar een kamergenoot niets aan kan doen. Ik denk daarbij aan iemand die kotsmisselijk is door de chemotherapie en dan juist moet overgeven terwijl ik net zit te eten. Prettig is anders, maar ik weet dat het niet expres gebeurt. 
Ook lag ik een keer naast een man die chemo en morfine kreeg. Vanwege deze medicatie had de man enorme last van diarree. Toen ik naar het toilet moest leek het alsof hij van onderen ontploft was. 
Het hele kamertje zat onder de viezigheid. Ik vraag me nu nog af hoe hij dit voor elkaar heeft gekregen en dan doel ik meer op zoiets als zwaartekracht en dat ontlasting over het algemeen neerwaarts gaat.... Toch??? 
Maar goed, kort uitgelegd zijn dit soort dingen ook een reden voor mij om het ziekenhuis te omzeilen. Als ik opgenomen word ben ik over het algemeen benauwder dan normaal. Dan moet ik niet eerst tientallen meters hoeven lopen om naar het toilet te kunnen gaan. Wánt dát doe ik; ik zoek de algemene wc in de gang op en maak daar dan gebruik van. Gewoon uit zelfbescherming, ik mijd dan het toilet in mijn kamer, waar zieke kamergenoten hun behoefte op doen. Terwijl ik dat hele stuk lopen naar de gang fysiek niet trek. 

Maar mijn allerergste ervaring was wel toen ik op een tweepersoonskamer lag en mijn buurman op een nacht bijna het loodje legde. 
Ik stond op dat moment zelf hoog op de longtransplantatielijst. Ik wist dat de man een tumor in zijn long had en dat hij steeds bloed opgaf. 
Ik werd op een nacht wakker van 'gedoe' in het bed naast mij. De buurman was benauwd en er stonden twee verpleegkundigen bij hem. Waar er eerst met gedempte stem werd gepraat - waarschijnlijk omdat het midden in de nacht was - werd er steeds harder en harder gepraat. 
Er werd een arts bij geroepen, maar die adviseerde de dienstdoende longarts te raadplegen. Zo gezegd, zo gedaan. 
De opgetrommelde longarts was heel duidelijk in zijn bewoordingen. 'Ik ga nu uw familie bellen dat ze moeten komen. Als dit een grote bloeding is kan ik niets meer voor u doen....' De man pruttelde dat het veel te laat was om zijn familie te bellen. Ze zouden zich doodschrikken. Maar de longarts legde uit dat dit een heel ernstige situatie was en dat hij de familie wel moest bellen. 
Ik lag ondertussen klaarwakker met bonzend hart achter het gordijn. De verpleging had gevraagd of ik naar een andere kamer wou, maar ik gaf aan dat ze zich niets van mij moesten aantrekken. 'Jullie hebben het al druk genoeg met meneer, maak je om mij maar niet druk,' zei ik heldhaftig. 
Maar omdat alle toeters en bellen nu uit de kast werden getrokken werd ik naar een lege vierpersoonskamer gebracht met de mededeling dat ik maar moest proberen te gaan slapen. HALLOOOO....., wie kan er na zoiets nog slapen??? De adrenaline gierde door mijn lijf en ik heb de rest van de nacht niet meer geslapen. 
De volgende dag, tegen een uur of negen, mocht ik terug naar de kamer. De zuster waarschuwde dat meneer er misschien wat 'eng' uitzag. Hij had een kapje op z'n neus en zat met opengesperde ogen in zijn bed. 
Het gordijn tussen ons was gelukkig nog dicht en ik heb, eenmaal op mijn bed, zo gigantisch zitten huilen. Tranen met tuiten. Het was een wolkbreuk die even niet meer stoppen wou. Het was vooral de angst en schrik en het besef dat een dergelijk iets mij óók kon overkomen. 
Dat hele gebeuren heeft er voor gezorgd dat ik mijn allereerste hyperventilatie aanval kreeg. 
Het heeft nog maanden geduurd voordat ik dat gesprek 's nachts tussen de longarts en de zieke man vergeten was. En ook dít incident (sorry dat ik het zo noem) is indirect een oorzaak van mijn gigantische aversie richting het ziekenhuis. 

En zo zijn er dus heel veel kleine oorzaken; intimiderende artsen, ik duidelijk niet assertief genoeg, medepatiënten die bijna doodgaan, medepatiënten die niet doodgaan maar op een heel andere (negatieve) manier hun stempel drukken tijdens een opname, etc etc, die er direct en indirect voor hebben gezorgd dat ik koste wat kost ziekenhuisopnames probeer te voorkomen. 
Mijn behandelend artsen weten dit inmiddels ook. En ze plagen me ook niet meer dan nodig is. Soms vraagt één van hen of ik niet beter een kuurtje kan opstarten in het ziekenhuis, maar zolang ik nog enigszins in huis kan lopen is een opname voor mij onbespreekbaar. Ze weten ook de enkele keren dat ik wél op een opname aandring, het menens is. Dat ik echt niet anders kan. 
Voor Albert is het soms moeilijk om met zo'n dwars en koppig persoon getrouwd te zijn. Maar gelukkig is hij ook koppig genoeg om soms voor mij de knoop door te hakken. Dan moet ik wel!! Als de knoop eenmaal is doorgehakt kan ik niet anders doen dan me eraan overgeven en gewoon zonder pruttelen doen wat het beste voor me is. 

Misschien dat jullie nu begrijpen waar die aversie vandaan komt. Het is een combinatie van veel.  
Het zit allemaal in mijn hoofd en tussen mijn oren. En je doet er helaas niets aan. 
Ik moet trouwens wel zeggen dat het zo neerkrabbelen van mijn issues heel verlichtend aanvoelt. Zou dit zijn wat ze noemen; lekker van je afschrijven....?????

2 opmerkingen:

  1. Hoi Alie,

    In het Haga lig je altijd alleen maar ik heb ook een aversie tegen het ziekenhuis. Ik voel me altijd opgesloten en dat haat ik. Is het helemaal niet bespreekbaar om alleen te liggen? Reden genoeg denk ik.
    Groetjes van Astrid

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Astrid, de vorige keer lag ik alleen. Op de longtransplantatieafdeling, die soms ook gebruikt word als de reguliere longafdeling vol ligt. Het was echt een verademing. Ik heb toen gelijk aangegeven, bij zowel mijn longarts als de cf'verpleegkundige, dat ik dit, in mijn geval, dus een prima alternatief vind. (als ik dan toch een keer opgenomen moet worden mag ik het dus wel daar....)

    BeantwoordenVerwijderen