Wat hadden wij weer een geluk zeg.
In deze hoek van Drenthe viel de voorspelde onweer van gisteravond honderd procent mee.
Wel werd het broeierig klam tegen half tien en in de verte zag ik enorme lichtflitsen, wat mij uiteraard al angstig maakte.
Snel maakten Albert en ik nog een ronde met onze viervoeter. Waar hij normaal gesproken elk graspolletje besnuffelt en elke molshoop onder piest, zette meneer een looppas in die prima bij het leger had gepast. Er was simpelweg geen plaats voor uitgebreid snuffelen en onderzoeken. Met de oortjes strak naar achteren leidde hij ons in looppas terug naar huis.
Terwijl op tv de beelden van zuidelijk Nederland werden vertoond en ik een eerste ping kreeg van vriendinnetje P, dat het bij hun ook al flink tekeer ging, was het bij ons wonderwel rustig. Ja het rommelde iets. Niet iets waar je je gelijk zorgen om maakt.
Tegen half twaalf werd het duidelijk dat de bui ons iets dichter had genaderd en melde Albert bovendien doodleuk dat hij naar bed wilde.
'Nee hoor, zolang er nog iets rommelt en flitst blijven wij op,' was mijn stellige mening. En dus maakten we het onszelf gemakkelijk én gezellig en werd er een zakje chips open getrokken.
We keken nog wat gezellig tv.
En buiten gebeurde er..... niets. Geen donder en bliksem en een schuddende aardbol in Valthermond. Het bleef gewoon rommelen. En tegen kwart voor één was het dusdanig stil buiten dat we alles maar opruimden en naar bed gingen.
Ik had uiteraard eerst buienradar nog geraadpleegt en volgens deze gegevens zou het 's nachts rustig blijven. De eerstvolgende bui stond voor vanmorgen gepland.
En die kwam ook, alleen lag ik nog op één oor en heb ik van dat hele natuurgeweld niets mee gekregen. Onbegrijpelijk als je weet dat ik zo bang voor onweer ben.
Albert melde mij dat het had ge-onweerd waarop ik verbaasd constateerde dat ik niets had gehoord. Nou ja, beter van. 't Is ook niet zo prettig om wakker gehouden te worden door onweer, dus ik heb m'n nachtrust weer goed benut.
En oooohhhhh...., wat is het nu heerlijk aangenaam buiten. Zo mag het wel een poosje blijven.
Alie; 39 jaar jong, getrouwd met Albert en woonachtig in Drenthe. Centraal in mijn leven; mijn mannetje, onze dieren, mijn familie, onze vrienden en lekker eten en drinken. En oja, ik heb CF, dus dat speelt zo nu en dan ook een rolletje......
woensdag 29 juni 2011
dinsdag 28 juni 2011
onweer
Nou nou, wat een on-Nederlandse temperaturen teisteren ons kleine kikkerlandje weer.
Zodra de temperatuur boven de 25 stijgt, voel ik me als het ware minder fit worden. En daarom hoop ik ook altijd dat de hitte gauw plaats maakt voor iets koelere lucht.
Alleen gaat dát weer vaak gepaard met hevige onweersbuien en laat ik daar nu óók niet zo van houden.
Ik ben nog bescheiden als ik zeg dat ik hartstikke bang voor onweer ben. Ik ben als de dood voor onweer. En als het KNMI én de ANWB nu ook nog eens waarschuwingen gaan geven, maakt mij dat allerminst rustig. Ik krijg dan buikpijn en voel me zeer, zééééér ongemakkelijk.
Wij hebben een hondje dat minstens zo bang is. Bennie is bij iedere onweers bui zo van slag dat zijn hartje zo'n beetje op hol slaat. Zelfs als het buiten donkerder word in verband met een regenbui, associeert hij dat met onweer, lichtflitsen en gedonder.
Eigenlijk is het natuurlijk heel zielig. Ik probeer hem altijd wel te troosten, iets wat me eigenlijk afgeraden is, maar ik krijg hem gewoon niet rustig.
In onze oude woning hadden we altijd een schuilplekje, nl de badkamer. Die zat centraal in de woning en had geen ramen. Het was er altijd pikdonker en om die reden eigenlijk ideaal om je verstoppen als het onweerde.
Ik verbleef er tijdens dat soort buien vaak. En inderdaad, vaak in gezelschap van onze harige zoon.
Ik heb het niet van een vreemde; mijn moeder is ook bang voor onweer. Eigenlijk is die op haar beurt weer bang gemaakt door háár ouders, mijn opa en oma. Die bij een onweersbui de kinderen, hoe klein ook, altijd uit bed haalden. En vervolgens met portemonnee en verzekeringspapieren op tafel, gingen zitten wachten op datgene dat komen zou.
Mijn ouders hebben ons, mij en mijn broertje, nooit uit bed gehaald bij een onweersbui, maar mijn moeder ging ook beslist niet slapen als je dacht dat ze kalmpjes op bed kroop. Nee, ze was wakker en hield alles in de gaten.
Ook ik lig niet lekker op bed als het 's nachts onweert. Vraag me niet hoe het komt, maar ik ben als de dood dat het inslaat en dát idee en de wetenschap dat er in ons huis een zuurstoftank staat, maakt me zéér angstig.
Gelukkig ben ik getrouwd met een man die allesbehalve bang voor onweer is. Albert maakt zich helemaal niet druk om onweer en tijdens de nachtelijke buien, waarop ik dus klaarwakker en rechtop in bed zit, snurkt hij er lustig op los. Als het me té heftig word en ik hem aanstoot, gaat er één oog half open, word er iets gemompeld in de trant van: 'maak je maar niet druk hoor.' En binnen een minuut hoor ik hem alweer tevreden verder knorren. Met andere woorden; ik en onze witte haarbal zijn de enigen in dit huis die zenuwachtig zijn.
Natuurlijk is een fikse bui soms lekker. Het zal een groot deel van de hitte wegnemen en het buiten wat aangenamer maken, maar er is een groot verschil tussen een gewone onweersbui en een enorme onweersbui.
Ik ben dan ook de eerste die buienradar in de gaten houd en zo de bui precies op de voet volgt. Waar hij zit, over hoeveel minuten wíj hem boven ons krijgen en wanneer hij weer ons land verlaat. (wij wonen in het grensgebied dus meestal koerst de bui naar de Duitsers)
Soms heeft buienradar het flink mis en hang de bui veel langer boven ons dan de voorspelling zegt, dat maakt me altijd wel wat pissig, want als ze zeggen dat het onweren maar twintig minuten duurt, is het errúg vervelend, voor zo'n angsthaas als ik, dat de bui ons dan drie kwartier in z'n greep heeft.
Ik ben dan gelijk tien kilo lichter kan ik je melden.
Maar goed, erover emmeren heeft nu geen zin. Er zit een gigantische onweersbui aan te komen en we krijgen er hoe dan ook vannacht mee te maken. Ik laat het maar een beetje over me heen komen, begin altijd spontaan liedjes te zingen zoals; alle duiven op de dam, tierelalie, tierelala en probeer hiermee de zenuwen wat te bedwingen.
Zodra de bui voorbij is, zal er weer een zucht van verlichting ontsnappen en is de eerstvolgende stop ons toilet. Waar ik dan alle opgekropteemoties angsten kan laten lopen........!!!!
Zodra de temperatuur boven de 25 stijgt, voel ik me als het ware minder fit worden. En daarom hoop ik ook altijd dat de hitte gauw plaats maakt voor iets koelere lucht.
Alleen gaat dát weer vaak gepaard met hevige onweersbuien en laat ik daar nu óók niet zo van houden.
Ik ben nog bescheiden als ik zeg dat ik hartstikke bang voor onweer ben. Ik ben als de dood voor onweer. En als het KNMI én de ANWB nu ook nog eens waarschuwingen gaan geven, maakt mij dat allerminst rustig. Ik krijg dan buikpijn en voel me zeer, zééééér ongemakkelijk.
Wij hebben een hondje dat minstens zo bang is. Bennie is bij iedere onweers bui zo van slag dat zijn hartje zo'n beetje op hol slaat. Zelfs als het buiten donkerder word in verband met een regenbui, associeert hij dat met onweer, lichtflitsen en gedonder.
Eigenlijk is het natuurlijk heel zielig. Ik probeer hem altijd wel te troosten, iets wat me eigenlijk afgeraden is, maar ik krijg hem gewoon niet rustig.
In onze oude woning hadden we altijd een schuilplekje, nl de badkamer. Die zat centraal in de woning en had geen ramen. Het was er altijd pikdonker en om die reden eigenlijk ideaal om je verstoppen als het onweerde.
Ik verbleef er tijdens dat soort buien vaak. En inderdaad, vaak in gezelschap van onze harige zoon.
Ik heb het niet van een vreemde; mijn moeder is ook bang voor onweer. Eigenlijk is die op haar beurt weer bang gemaakt door háár ouders, mijn opa en oma. Die bij een onweersbui de kinderen, hoe klein ook, altijd uit bed haalden. En vervolgens met portemonnee en verzekeringspapieren op tafel, gingen zitten wachten op datgene dat komen zou.
Mijn ouders hebben ons, mij en mijn broertje, nooit uit bed gehaald bij een onweersbui, maar mijn moeder ging ook beslist niet slapen als je dacht dat ze kalmpjes op bed kroop. Nee, ze was wakker en hield alles in de gaten.
Ook ik lig niet lekker op bed als het 's nachts onweert. Vraag me niet hoe het komt, maar ik ben als de dood dat het inslaat en dát idee en de wetenschap dat er in ons huis een zuurstoftank staat, maakt me zéér angstig.
Gelukkig ben ik getrouwd met een man die allesbehalve bang voor onweer is. Albert maakt zich helemaal niet druk om onweer en tijdens de nachtelijke buien, waarop ik dus klaarwakker en rechtop in bed zit, snurkt hij er lustig op los. Als het me té heftig word en ik hem aanstoot, gaat er één oog half open, word er iets gemompeld in de trant van: 'maak je maar niet druk hoor.' En binnen een minuut hoor ik hem alweer tevreden verder knorren. Met andere woorden; ik en onze witte haarbal zijn de enigen in dit huis die zenuwachtig zijn.
Natuurlijk is een fikse bui soms lekker. Het zal een groot deel van de hitte wegnemen en het buiten wat aangenamer maken, maar er is een groot verschil tussen een gewone onweersbui en een enorme onweersbui.
Ik ben dan ook de eerste die buienradar in de gaten houd en zo de bui precies op de voet volgt. Waar hij zit, over hoeveel minuten wíj hem boven ons krijgen en wanneer hij weer ons land verlaat. (wij wonen in het grensgebied dus meestal koerst de bui naar de Duitsers)
Soms heeft buienradar het flink mis en hang de bui veel langer boven ons dan de voorspelling zegt, dat maakt me altijd wel wat pissig, want als ze zeggen dat het onweren maar twintig minuten duurt, is het errúg vervelend, voor zo'n angsthaas als ik, dat de bui ons dan drie kwartier in z'n greep heeft.
Ik ben dan gelijk tien kilo lichter kan ik je melden.
Maar goed, erover emmeren heeft nu geen zin. Er zit een gigantische onweersbui aan te komen en we krijgen er hoe dan ook vannacht mee te maken. Ik laat het maar een beetje over me heen komen, begin altijd spontaan liedjes te zingen zoals; alle duiven op de dam, tierelalie, tierelala en probeer hiermee de zenuwen wat te bedwingen.
Zodra de bui voorbij is, zal er weer een zucht van verlichting ontsnappen en is de eerstvolgende stop ons toilet. Waar ik dan alle opgekropte
zaterdag 25 juni 2011
Au
Ik ben woensdag zó fanatiek bezig geweest tijdens het blazen van mijn longfunctie, dat ik er een pijnlijke long aan over hield.
Eigenwijs, en anti-ziekenhuis (en alles wat daar mee te maken heeft, zoals je in mijn vorige blog kon lezen), besloot ik dit maar niet tegen de longarts te zeggen. Ik heb wel vaker pijntjes in die contreien en over het algemeen gaan dat soort pijntjes ook vanzelf weer weg.
Maar nu zijn we al een paar dagen verder en heb ik nog steeds last. Het hoesten doet me zeer en daarom heb ik de Paracetamolletjes met coffeine maar weer eens opgezocht.
Vandaag (vrijdag) vierde onze buurvrouw haar verjaardag en wij waren uiteraard uitgenodigd.
Maar laat ik eerlijk zijn; ik voel me niet zo tof. De pijn zit sinds vandaag niet alleen in mijn long, maar ook in mijn schouder. Bovenop en aan de voorkant.
Als ik aan Albert vraag of hij misschien denkt dat dit nog een staartje van de verkoudheid van vorige week kan zijn, schudt hij z'n hoofd en zegt: 'ik denk dat dit door het blazen veroorzaakt is. Ik kon het aan je gezicht zien toen het er in schoot.'
En hoewel dit waar is, vind ik het wel erg vreemd dat de pijn zich nu uitbreid naar boven.
Ik heb dus voor mezelf besloten dat ik dit weekend aankijk, mocht ik maandag nog steeds last hebben, dan zal ik toch even naar Groningen bellen en vragen wat hun er van vinden.
Ik ben dus vanavond ook niet naar het feestje van de buuf geweest.
Morgen zal onze jaarlijkse buurtbarbecue plaatsvinden. Ik hoop dat ik me fit genoeg voel om daarbij aanwezig te zijn. Zoals het nu lijkt heb ik nog niet veel zin. Maar dat zal ook wel komen omdat de rechterkant nu pijnlijk is.
Afwachten dus maar. Wordt vervolgd.......
Eigenwijs, en anti-ziekenhuis (en alles wat daar mee te maken heeft, zoals je in mijn vorige blog kon lezen), besloot ik dit maar niet tegen de longarts te zeggen. Ik heb wel vaker pijntjes in die contreien en over het algemeen gaan dat soort pijntjes ook vanzelf weer weg.
Maar nu zijn we al een paar dagen verder en heb ik nog steeds last. Het hoesten doet me zeer en daarom heb ik de Paracetamolletjes met coffeine maar weer eens opgezocht.
Vandaag (vrijdag) vierde onze buurvrouw haar verjaardag en wij waren uiteraard uitgenodigd.
Maar laat ik eerlijk zijn; ik voel me niet zo tof. De pijn zit sinds vandaag niet alleen in mijn long, maar ook in mijn schouder. Bovenop en aan de voorkant.
Als ik aan Albert vraag of hij misschien denkt dat dit nog een staartje van de verkoudheid van vorige week kan zijn, schudt hij z'n hoofd en zegt: 'ik denk dat dit door het blazen veroorzaakt is. Ik kon het aan je gezicht zien toen het er in schoot.'
En hoewel dit waar is, vind ik het wel erg vreemd dat de pijn zich nu uitbreid naar boven.
Ik heb dus voor mezelf besloten dat ik dit weekend aankijk, mocht ik maandag nog steeds last hebben, dan zal ik toch even naar Groningen bellen en vragen wat hun er van vinden.
Ik ben dus vanavond ook niet naar het feestje van de buuf geweest.
Morgen zal onze jaarlijkse buurtbarbecue plaatsvinden. Ik hoop dat ik me fit genoeg voel om daarbij aanwezig te zijn. Zoals het nu lijkt heb ik nog niet veel zin. Maar dat zal ook wel komen omdat de rechterkant nu pijnlijk is.
Afwachten dus maar. Wordt vervolgd.......
donderdag 23 juni 2011
CF-poli
Vandaag mocht ik mijn smoel weer in het Groningse laten zien. Er stond een afspraak met de dokter in mijn agenda.
Eigenlijk stond de afspraak voor 25 mei in mijn agenda, maar aangezien ik op dat moment nog volop aan het kuren was, besloot ik de afspraak te verzetten naar een later tijdstip. En vandaag was dus de dag.
En ooooooohhhh, wat had ik weer eens géén zin in dit bezoekje.
Er zijn twee dingen die me enorm tegenstaan, of liever gezegd; drie dingen die me tegenstaan, bij een controle op de CF-poli.
Ten eerste hik ik enorm tegen de blaastest aan. Ik vind het iedere keer weer een crime om te moeten zien hoe belabberd mijn longfunctie is. En ik ben iedere keer weer compleet van slag als mijn longfunctie, vergeleken met de keer daarvoor, verslechterd is. Met andere woorden; mijn longfunctie kan mijndag week maken óf breken!!!
Het tweede struikelpunt is het eeuwige gezeur van de arts wat ik allemaal nog kan en doe. Zo langzamerhand weten ze toch wel dat er niet meer zo bijster veel uit mijn handen komt. Ik zou het heel graag willen, daar niet van, maar mijn longen werken tegen. Het gaat allemaal moeizaam. Ik doe heus wel wat, maar in etappes. Het ligt er ook aan hoe ik mij voel want dat verschilt natuurlijk van dag tot dag. En op de dagen dat ik mij wél goed voel steek ik liever mijn energie in leuke dingen dan in stofzuigen. Zo raar is dat toch ook niet??
Ik erger me mateloos aan dat gezever en gezeur dat íedere controleafspraak tóch weer besproken moet worden (schijnt 't). Ik kan zo langzamerhand mijn ongeduld bijna niet meer verbergen als DE vraag weer op tafel word gegooid.
Het stoom komt me net niet m'n oren uit.
En punt drie; 's morgens word er tijdens het CF-overleg (dus vóór het spreekuur begint) door diverse teamleden aangegeven wie ze die ochtend allemaal even willen zien, dan wel spreken. En dát vind ik erg vervelend.
Soms moet je er zo vroeg zijn, staan er nog andere dingen op het program, zoals bijvoorbeeld een botdichtheidsmeting of een echo van de lever. Kom je op de poli; moet je vervolgens blazen, naar de dokter, bloedprikken, sputum inleveren én moet je ook nog naar de diëtiste, fysiotherapeute, maatschappelijk werk, diabetesverpleegkundige, etc etc.
Even overleggen of het schikt en of het goed uitkomt om al deze teamleden te zien is toch niet zoveel gevraagd?? Soms voel je je gewoon niet zo lekker en dan heb ik het eigenlijk ná het gesprekje met de dok wel gehad. Ben ik moe, voel ik me ellendig en wil ik nog maar één ding; naar huis en hangen cq slapen.
Mijn aversie begon overigens járen geleden.
Zoals ik al in een eerdere blog heb uitgelegd heb ik een aantal jaren mee gemaakt dat ik helaas meer ín het ziekenhuis verbleef dan thuis. Dat waren rotjaren. En ik kijk er liever ook niet op terug.
Maar toen het weer wat beter met mij ging ontwikkelde ik dus een gevoel voor het ziekenhuis die ik nog nooit had mee gemaakt. Ik kan dat gevoel het beste omschrijven als; angst en zenuwen.
Ik was opgegroeid met ziekenhuizen, dokters, verpleegkundigen, spuiten, naalden en alles wat daar maar bij hoort. Dus angst of een zenuwachtig gevoel had ik nog nooit gevoeld. Tot 2002 alles anders werd.
De week voorafgaande aan de controle loop ik al met een ongemakkelijk gevoel rond. Het kriebelt in mijn onderbuik; hoe zal mijn longfunctie zijn? Wat zullen ze nú weer zeggen? Ga ik mee naar huis of houden ze me er?
Allemaal dingen die door mijn hoofd spookten en op het laatst zo erg waren dat ik misselijk van de zenuwen in de auto zat, als de dag daar was.
Dat laatste is gelukkig wel wat weg ge-ebt.
Maar ik zit nog steeds niet helemaal volledig ontspannen in de auto hoor.
Ik moest vanmorgen om tien uur op de poli zijn en we waren lekker bijtijds. Het verkeer in hartje Groningen viel deze keer mee en daarom waren we al om tien over half tien in de centrale hal, helemaal voor in het ziekenhuis.
'Nah,' mompelde ik tegen Albert, 'ik had gerust twintig minuten langer op bed kunnen blijven liggen vanmorgen.'
Natuurlijk mocht ik meteen voor de longfunctie, die mij niet heel erg tegenviel. Het resultaat was ietsjes minder dan de vorige keer, maar nog altijd beter dan de keer dáárvoor. De longfunctie blijft vooralsnog redelijk stabiel de laatste tijd. (meteen afkloppen)
Daarna mochten we naar de andere poli lopen waar de CF-dokter deze ochtend spreekuur hield. Dit in verband met het segregatiebeleid van het umcg m.b.t. CF'rs.
Wachten duurt altijd lang en dit was nu niet anders.
Toen kwam de dok aanschuifelen en mochten we verder komen.
Er werd veel gepraat. Natuurlijk over mijn huidige toestand, mijn gewicht, de medicatie en eventuele veranderingen EN wat ik allemaal nog zo doe op een dag, binnen en buitenshuis. * zucht *
Plots begint hij wéér over longtransplantatie. Dat we het al eens eerder besproken hebben (al drie keer geloof ik, maar goed, laten we het nog eens gezellig over dit onderwerp hebben) en of ik inmiddels al van gedachten ben veranderd. Nou nee, ik blijf bij mijn eerdere besluit dat longtransplantatie geen optie voor mij is. Ik heb me er bij neer gelegd dus zou het prettig zijn als de dok zich hier nu ook bij neer legt. Blijkbaar wil hij nog even over dit onderwerp door beppen want hij wil van mij weten wat mij tegenhoudt, al zegt hij wel dat hij mijn mening en besluit respecteert.
Ik geef aan dat ik, na de eerste keer op die lijst te hebben gestaan, dus zo'n tien jaar geleden, in een depressie ben geraakt en dat ik dus het idee heb dat de last té zwaar is om opnieuw met diepieper telefoon rond te lopen, met het idee dat ik ieder moment opgeroepen kan worden. Ik wil het gewoon niet meer. Klaar!!! Punt!!!
Ik weet wat ik nu heb en ben daar redelijk tevreden mee. Nou ja, dát lieg ik. Het zou prettig zijn als het ietsjes beter met me ging, maar als ik zo nog een aantal jaren mee mag blijven lopen, dan doe ik het ervoor!!!
Tuurlijk baal ik soms van de situatie. Wie zou dat niet doen? Maar het heeft geen zin om daar teveel bij stil te blijven staan, dus haal ik gewoon alles er nog uit wat er in zit. De ene dag zit er meer in dan een andere dag en zo 'stieffel' ik een beetje in míjn tempo de dagen door.
Het heeft daarom, naar mijn idee, helemaal geen zin om het transplantatieverhaal weer op te rakelen, of te vragen wat ik nu allemaal nog kan en doe in huis.
Laat me gewoon m'n ding doen en zeur niet teveel aan m'n kop, over, voor mij althans, niet zulke relevante dingen.
Als de dok mijn verhaal heeft aangehoord stelt hij voor om te starten met twee soorten antibiotica om te inhaleren. Ik inhaleer al met de Colistine, maar hij wil daar graag de Tobi aan toevoegen. Prima, geen enkel probleem. Als de perioden tussen de intraveneuze a.b-kuren daardoor wat langer zullen duren heb ik geen enkele moeite om dit te proberen.
De longarts verlaat de onderzoekskamer en een aantal minuten later komt de CF'verpleegkundige nog even langs. Ze vraagt of wij nog vragen voor haar hebben en stelt daarna dat ze ook geen vragen voor ons heeft.
Ze meld dat er vanaf juli iets gaat veranderen.
Iedere CF'patiënt(e) krijgt in het vervolg drie weken voor de poli-afspraak een brief thuis waarop precies te lezen valt wat er allemaal die ochtend voor hem of haar is aangevraagd.
Hééééeeee, is dat nu niet precies punt drie van mijn ergernis?? Met een brede glimlach op mijn snoet vertel ik haar dat ik hier heel blij mee ben. Omdat het soms gewoon niet zo goed uitkomt om op de ochtend zelf te horen te krijgen wat er allemaal van mij, als patiënte, verwacht word.
De verpleegkundige knikt en verteld dat het een veel gehoord probleem bij de CF'rs is en dat men daarom besloten heeft om het concept wat aantrekkelijker (lees; overzichtelijker) voor de patiënt te maken. Zodat hij of zij (en hun gezelschap) precies weet waar hij of zij aan toe is.
Goed besluit!!!
Als we even later bij de balie staan om een nieuwe afspraak te regelen ben ik hondsmoe en laat ik het aan Albert over. Ik hang wat in mijn rolstoel en de aardige vrouw achter de balie vraagt of ik moe ben. Ik knik en ze antwoord; 'ja, ik kan het zien. Je ziet wat pips en bent nu veel rustiger dan vanmorgen...'
Ik vraag me meteen af hoe 'wild' ik die ochtend geweest moet zijn, want zo opgewekt en fleurig was ik volgens mij echt niet.
Dat ik nu moe ben is waar en dat ik pips zie geloof ik meteen.
De afspraak ik binnen en we lopen van de poli weg. Hè hè, ik ben er weer voor een poosje vanaf. Gelukkig!!!
We duiken nog wel even de mini Appie Heijn in voor een lekker belegd broodje die we, zoals altijd, op de parkeerplaats bij de Shellpomp aan de A28, nuttigen. En zoals altijd smaakt mijn broodje dan tien keer lekkerder dan vóór mijn bezoekje aan de CF-poli.
Eigenlijk stond de afspraak voor 25 mei in mijn agenda, maar aangezien ik op dat moment nog volop aan het kuren was, besloot ik de afspraak te verzetten naar een later tijdstip. En vandaag was dus de dag.
En ooooooohhhh, wat had ik weer eens géén zin in dit bezoekje.
Er zijn twee dingen die me enorm tegenstaan, of liever gezegd; drie dingen die me tegenstaan, bij een controle op de CF-poli.
Ten eerste hik ik enorm tegen de blaastest aan. Ik vind het iedere keer weer een crime om te moeten zien hoe belabberd mijn longfunctie is. En ik ben iedere keer weer compleet van slag als mijn longfunctie, vergeleken met de keer daarvoor, verslechterd is. Met andere woorden; mijn longfunctie kan mijn
Het tweede struikelpunt is het eeuwige gezeur van de arts wat ik allemaal nog kan en doe. Zo langzamerhand weten ze toch wel dat er niet meer zo bijster veel uit mijn handen komt. Ik zou het heel graag willen, daar niet van, maar mijn longen werken tegen. Het gaat allemaal moeizaam. Ik doe heus wel wat, maar in etappes. Het ligt er ook aan hoe ik mij voel want dat verschilt natuurlijk van dag tot dag. En op de dagen dat ik mij wél goed voel steek ik liever mijn energie in leuke dingen dan in stofzuigen. Zo raar is dat toch ook niet??
Ik erger me mateloos aan dat gezever en gezeur dat íedere controleafspraak tóch weer besproken moet worden (schijnt 't). Ik kan zo langzamerhand mijn ongeduld bijna niet meer verbergen als DE vraag weer op tafel word gegooid.
Het stoom komt me net niet m'n oren uit.
En punt drie; 's morgens word er tijdens het CF-overleg (dus vóór het spreekuur begint) door diverse teamleden aangegeven wie ze die ochtend allemaal even willen zien, dan wel spreken. En dát vind ik erg vervelend.
Soms moet je er zo vroeg zijn, staan er nog andere dingen op het program, zoals bijvoorbeeld een botdichtheidsmeting of een echo van de lever. Kom je op de poli; moet je vervolgens blazen, naar de dokter, bloedprikken, sputum inleveren én moet je ook nog naar de diëtiste, fysiotherapeute, maatschappelijk werk, diabetesverpleegkundige, etc etc.
Even overleggen of het schikt en of het goed uitkomt om al deze teamleden te zien is toch niet zoveel gevraagd?? Soms voel je je gewoon niet zo lekker en dan heb ik het eigenlijk ná het gesprekje met de dok wel gehad. Ben ik moe, voel ik me ellendig en wil ik nog maar één ding; naar huis en hangen cq slapen.
Mijn aversie begon overigens járen geleden.
Zoals ik al in een eerdere blog heb uitgelegd heb ik een aantal jaren mee gemaakt dat ik helaas meer ín het ziekenhuis verbleef dan thuis. Dat waren rotjaren. En ik kijk er liever ook niet op terug.
Maar toen het weer wat beter met mij ging ontwikkelde ik dus een gevoel voor het ziekenhuis die ik nog nooit had mee gemaakt. Ik kan dat gevoel het beste omschrijven als; angst en zenuwen.
Ik was opgegroeid met ziekenhuizen, dokters, verpleegkundigen, spuiten, naalden en alles wat daar maar bij hoort. Dus angst of een zenuwachtig gevoel had ik nog nooit gevoeld. Tot 2002 alles anders werd.
De week voorafgaande aan de controle loop ik al met een ongemakkelijk gevoel rond. Het kriebelt in mijn onderbuik; hoe zal mijn longfunctie zijn? Wat zullen ze nú weer zeggen? Ga ik mee naar huis of houden ze me er?
Allemaal dingen die door mijn hoofd spookten en op het laatst zo erg waren dat ik misselijk van de zenuwen in de auto zat, als de dag daar was.
Dat laatste is gelukkig wel wat weg ge-ebt.
Maar ik zit nog steeds niet helemaal volledig ontspannen in de auto hoor.
Ik moest vanmorgen om tien uur op de poli zijn en we waren lekker bijtijds. Het verkeer in hartje Groningen viel deze keer mee en daarom waren we al om tien over half tien in de centrale hal, helemaal voor in het ziekenhuis.
'Nah,' mompelde ik tegen Albert, 'ik had gerust twintig minuten langer op bed kunnen blijven liggen vanmorgen.'
Natuurlijk mocht ik meteen voor de longfunctie, die mij niet heel erg tegenviel. Het resultaat was ietsjes minder dan de vorige keer, maar nog altijd beter dan de keer dáárvoor. De longfunctie blijft vooralsnog redelijk stabiel de laatste tijd. (meteen afkloppen)
Daarna mochten we naar de andere poli lopen waar de CF-dokter deze ochtend spreekuur hield. Dit in verband met het segregatiebeleid van het umcg m.b.t. CF'rs.
Wachten duurt altijd lang en dit was nu niet anders.
Toen kwam de dok aanschuifelen en mochten we verder komen.
Er werd veel gepraat. Natuurlijk over mijn huidige toestand, mijn gewicht, de medicatie en eventuele veranderingen EN wat ik allemaal nog zo doe op een dag, binnen en buitenshuis. * zucht *
Plots begint hij wéér over longtransplantatie. Dat we het al eens eerder besproken hebben (al drie keer geloof ik, maar goed, laten we het nog eens gezellig over dit onderwerp hebben) en of ik inmiddels al van gedachten ben veranderd. Nou nee, ik blijf bij mijn eerdere besluit dat longtransplantatie geen optie voor mij is. Ik heb me er bij neer gelegd dus zou het prettig zijn als de dok zich hier nu ook bij neer legt. Blijkbaar wil hij nog even over dit onderwerp door beppen want hij wil van mij weten wat mij tegenhoudt, al zegt hij wel dat hij mijn mening en besluit respecteert.
Ik geef aan dat ik, na de eerste keer op die lijst te hebben gestaan, dus zo'n tien jaar geleden, in een depressie ben geraakt en dat ik dus het idee heb dat de last té zwaar is om opnieuw met die
Ik weet wat ik nu heb en ben daar redelijk tevreden mee. Nou ja, dát lieg ik. Het zou prettig zijn als het ietsjes beter met me ging, maar als ik zo nog een aantal jaren mee mag blijven lopen, dan doe ik het ervoor!!!
Tuurlijk baal ik soms van de situatie. Wie zou dat niet doen? Maar het heeft geen zin om daar teveel bij stil te blijven staan, dus haal ik gewoon alles er nog uit wat er in zit. De ene dag zit er meer in dan een andere dag en zo 'stieffel' ik een beetje in míjn tempo de dagen door.
Het heeft daarom, naar mijn idee, helemaal geen zin om het transplantatieverhaal weer op te rakelen, of te vragen wat ik nu allemaal nog kan en doe in huis.
Laat me gewoon m'n ding doen en zeur niet teveel aan m'n kop, over, voor mij althans, niet zulke relevante dingen.
Als de dok mijn verhaal heeft aangehoord stelt hij voor om te starten met twee soorten antibiotica om te inhaleren. Ik inhaleer al met de Colistine, maar hij wil daar graag de Tobi aan toevoegen. Prima, geen enkel probleem. Als de perioden tussen de intraveneuze a.b-kuren daardoor wat langer zullen duren heb ik geen enkele moeite om dit te proberen.
De longarts verlaat de onderzoekskamer en een aantal minuten later komt de CF'verpleegkundige nog even langs. Ze vraagt of wij nog vragen voor haar hebben en stelt daarna dat ze ook geen vragen voor ons heeft.
Ze meld dat er vanaf juli iets gaat veranderen.
Iedere CF'patiënt(e) krijgt in het vervolg drie weken voor de poli-afspraak een brief thuis waarop precies te lezen valt wat er allemaal die ochtend voor hem of haar is aangevraagd.
Hééééeeee, is dat nu niet precies punt drie van mijn ergernis?? Met een brede glimlach op mijn snoet vertel ik haar dat ik hier heel blij mee ben. Omdat het soms gewoon niet zo goed uitkomt om op de ochtend zelf te horen te krijgen wat er allemaal van mij, als patiënte, verwacht word.
De verpleegkundige knikt en verteld dat het een veel gehoord probleem bij de CF'rs is en dat men daarom besloten heeft om het concept wat aantrekkelijker (lees; overzichtelijker) voor de patiënt te maken. Zodat hij of zij (en hun gezelschap) precies weet waar hij of zij aan toe is.
Goed besluit!!!
Als we even later bij de balie staan om een nieuwe afspraak te regelen ben ik hondsmoe en laat ik het aan Albert over. Ik hang wat in mijn rolstoel en de aardige vrouw achter de balie vraagt of ik moe ben. Ik knik en ze antwoord; 'ja, ik kan het zien. Je ziet wat pips en bent nu veel rustiger dan vanmorgen...'
Ik vraag me meteen af hoe 'wild' ik die ochtend geweest moet zijn, want zo opgewekt en fleurig was ik volgens mij echt niet.
Dat ik nu moe ben is waar en dat ik pips zie geloof ik meteen.
De afspraak ik binnen en we lopen van de poli weg. Hè hè, ik ben er weer voor een poosje vanaf. Gelukkig!!!
We duiken nog wel even de mini Appie Heijn in voor een lekker belegd broodje die we, zoals altijd, op de parkeerplaats bij de Shellpomp aan de A28, nuttigen. En zoals altijd smaakt mijn broodje dan tien keer lekkerder dan vóór mijn bezoekje aan de CF-poli.
dinsdag 21 juni 2011
onze buurt
Afgelopen vrijdag melde ik vrolijk dat ik grotendeels uit de lappenmand was geklommen. 'k Voelde me in elk geval fit genoeg om samen met mijn wederhelft naar de lokale sporthal te gaan om onze volleybalploeg aan te moedigen die zich hadden opgegeven voor het stratenvolleybaltoernooi.
Een jaarlijks terugkerend toernooi, waar veel animo voor is.
Mijn eega had zich eerder dit jaar in een soort van overmoedige bui aangemeld toen de buurvrouw aangaf dat ze nog 'vrijwilligers' voor dit toernooi zocht.
Dit was, in mijn ogen, een vreemde combinatie; Albert en volleybal?? Nu zal ik uitleggen dat Albert dus HELEMAAL NIKS met sport heeft. En dat terwijl hij uit een vrij sportief gezin komt.
Hij heeft tot ongeveer z'n vijftiende keurig voetbal gespeeld, zoals het hoort, maar toen had hij het ook helemaal gehad met die tak van sport. Zijn ouders vonden het wel belangrijk dat hij zich een andere sport opzocht, omdat sporten nu eenmaal erg belangrijk is.
En zo gebeurde het dat Albert ook nog een blauwe maandag op badminton heeft gezeten.
Maar zoals ik al schreef; hij heeft niets, maar dan ook helemaal niets met sport en al gauw deed hij ook niets meer op sport gebied.
Ook sport kijken, zoals heel veel mannen leuk vinden, boeide hem niet. Het irriteert hem dan ook mateloos als hij op een verjaardag (bijvoorbeeld bij z'n ouders) zit, waar dan de hele avond over voetbal en voetbaluitslagen wordt gesproken. Omdat het hem dus; a) niet interesseert en; b) hij nooit naar wedstrijden kijkt, dus ook niet mee kan praten.
Dat hij zich ergens in maart opgaf om mee te doen met het stratenvolleybal was dus op z'n zachtst gezegd opmerkelijk.
Het toernooi vond op 17 juni plaats en al snel kwam Albert tot de conclusie dat hij helemaal niet kón volleyballen, omdat hij juist die datum een bruidsreportage had staan.
Diep in mijn hart vond ik het erg jammer, want ik had Albert graag in actie willen zien...:-)
Ik was dus vrijdag op mezelf aangewezen. Tenminste; tot kwart voor vier. Toen kwam Albert even thuis en om kwart voor zes diende hij zich weer bij het bruidspaar te melden omdat toen de kerkelijke inzegening nog op het program stond.
Ik had verwacht dat Albert, zodra hij weer thuis zou komen, meteen op de bank zou ploffen. Niet meer in staat om boeh of bah te zeggen. Het was namelijk een lange dag geweest.
Maar toen hij om twintig voor negen weer thuis kwam, was meneer nog fris en vrolijk en had hij nog wel zin om onze ploeg aan te moedigen in de sporthal.
Een snelle check op het programma die de buuv mij gemaild had, leerde ons dat onze straat om negen uur weer een wedstrijd had. Dus werd het ook nog even haasten.
Exact om negen uur kwamen wij de sporthal inrollen. En kon het aanmoedigen beginnen.
Natuurlijk verloor onze straat en dat had ook alles te maken met het feit dat het vooral om de gezelligheid ging en niet zozeer om het winnen.
We bleven nog even nahangen. Waar het uiteraard ook al snel weer gezelligheid troef was. Ik blijf erbij; wat wonen wij in een prettige straat. Ik voel me hier helemaal thuis.
Dat komt natuurlijk omdat dit een nieuw stukje Valthermond is, waar de gemiddelde leeftijd zo rond de vijfendertig á veertig jaar is. Met andere woorden; allemaal leeftijdsgenoten en dat is wel zo prettig.
Er is een vaste groep die elkaar telkens weer opzoekt; de mannen spelen hun wekelijkse potje poker en de vrouwen organiseren zo nu en dan ook iets met elkaar. Dat kan een bioscoopbezoekje zijn, of samen wat freubelen, want de meiden zijn echte crea-bea's.
Vorig jaar zomer stond er een zogenaamde "oranje-tent" op het veld voor ons huis en was dat dé plek waar we niet alleen de wedstrijden van Oranje samen aanschouwden, maar ook gezellig samen kwamen en dan wat met elkaar kletsten, barbecueden of de mannen een balletje met elkaar trapten. Het voelde aan alsof we op de camping zaten, alleen dan in onze eigen straat met allemaal een stenen huis om in te wonen in plaats van de tent of caravan.
In oktober gaan we met z'n allen (ons groepje) naar Preston Palace.
De groep bestaat dan uit twaalf personen, mits iedereen uit het groepje mee gaat. Ik heb er al enorm veel zin in.
Er moet uiteraard nog wel een één en ander geregeld worden en ik hoop dat dát allemaal, zonder al te veel gedoe, gaat lukken. En dan doel ik op de zuurstoflevering.
De laatste keer dat wij zuurstof wilden regelen voor een weekendje naar Arnhem, kregen we doodleuk te horen dat het niet mogelijk was een moedervat vloeibare zuurstof op plek van bestemming te leveren. Men wilde ons aan de cilinders zetten. Het probleem met die kleine, draagbare cilinders is dat er maar voor twee uur zuurstof in zit. Je begrijpt dat dát enorm lastig is als je een weekendje weg bent. Je wilt immers niet constant op de klok kijken en weer terug naar het hotel rijden om weer van cilinder te wisselen.
Voorgaande jaren werd er altijd een moedervat vloeibare zuurstof geleverd mét een draagbaar tankje, zoals ik nu ook thuis heb. Reuze handig; je 'tankt' het kleine draagbare tankje op het moedervat en je kan er bijna een hele dag mee op stap. Dat ligt uiteraard ook aan de hoeveelheid zuurstof die gebruikt wordt.
Ik zou het erg rot vinden als ons weekendje bemoeilijkt gaat worden door zoiets stoms als de zuurstofvoorziening. Want hoe vaak gaan we nu eigenlijk weg??? Nooit. Dus ik vind dat dit uitje door moet gaan!!! Zonder bureaucratisch geleuter en gemier van een zuurstofleverancier. Punt.
Ik ga me dan ook nog even hard inzetten om de boel goed geregeld te krijgen.
Vrijdagavond, want daar was ik deze blog natuurlijk mee begonnen, was zoals altijd weer enorm gezellig. Onder het genot van een Pisang Jus en wat warme hapjes, luisterde ik naar de dolle boel om me heen en genoot ik volop.
Goed, onze straat heeft niet gewonnen. Bij lange na niet zelfs, maar daar draait het in het leven ook niet om. Het gaat om het idee en om de gezellige avond en sfeer die bij zo'n sportief samenzijn horen.
Een jaarlijks terugkerend toernooi, waar veel animo voor is.
Mijn eega had zich eerder dit jaar in een soort van overmoedige bui aangemeld toen de buurvrouw aangaf dat ze nog 'vrijwilligers' voor dit toernooi zocht.
Dit was, in mijn ogen, een vreemde combinatie; Albert en volleybal?? Nu zal ik uitleggen dat Albert dus HELEMAAL NIKS met sport heeft. En dat terwijl hij uit een vrij sportief gezin komt.
Hij heeft tot ongeveer z'n vijftiende keurig voetbal gespeeld, zoals het hoort, maar toen had hij het ook helemaal gehad met die tak van sport. Zijn ouders vonden het wel belangrijk dat hij zich een andere sport opzocht, omdat sporten nu eenmaal erg belangrijk is.
En zo gebeurde het dat Albert ook nog een blauwe maandag op badminton heeft gezeten.
Maar zoals ik al schreef; hij heeft niets, maar dan ook helemaal niets met sport en al gauw deed hij ook niets meer op sport gebied.
Ook sport kijken, zoals heel veel mannen leuk vinden, boeide hem niet. Het irriteert hem dan ook mateloos als hij op een verjaardag (bijvoorbeeld bij z'n ouders) zit, waar dan de hele avond over voetbal en voetbaluitslagen wordt gesproken. Omdat het hem dus; a) niet interesseert en; b) hij nooit naar wedstrijden kijkt, dus ook niet mee kan praten.
Dat hij zich ergens in maart opgaf om mee te doen met het stratenvolleybal was dus op z'n zachtst gezegd opmerkelijk.
Het toernooi vond op 17 juni plaats en al snel kwam Albert tot de conclusie dat hij helemaal niet kón volleyballen, omdat hij juist die datum een bruidsreportage had staan.
Diep in mijn hart vond ik het erg jammer, want ik had Albert graag in actie willen zien...:-)
Ik was dus vrijdag op mezelf aangewezen. Tenminste; tot kwart voor vier. Toen kwam Albert even thuis en om kwart voor zes diende hij zich weer bij het bruidspaar te melden omdat toen de kerkelijke inzegening nog op het program stond.
Ik had verwacht dat Albert, zodra hij weer thuis zou komen, meteen op de bank zou ploffen. Niet meer in staat om boeh of bah te zeggen. Het was namelijk een lange dag geweest.
Maar toen hij om twintig voor negen weer thuis kwam, was meneer nog fris en vrolijk en had hij nog wel zin om onze ploeg aan te moedigen in de sporthal.
Een snelle check op het programma die de buuv mij gemaild had, leerde ons dat onze straat om negen uur weer een wedstrijd had. Dus werd het ook nog even haasten.
Exact om negen uur kwamen wij de sporthal inrollen. En kon het aanmoedigen beginnen.
Natuurlijk verloor onze straat en dat had ook alles te maken met het feit dat het vooral om de gezelligheid ging en niet zozeer om het winnen.
We bleven nog even nahangen. Waar het uiteraard ook al snel weer gezelligheid troef was. Ik blijf erbij; wat wonen wij in een prettige straat. Ik voel me hier helemaal thuis.
Dat komt natuurlijk omdat dit een nieuw stukje Valthermond is, waar de gemiddelde leeftijd zo rond de vijfendertig á veertig jaar is. Met andere woorden; allemaal leeftijdsgenoten en dat is wel zo prettig.
Er is een vaste groep die elkaar telkens weer opzoekt; de mannen spelen hun wekelijkse potje poker en de vrouwen organiseren zo nu en dan ook iets met elkaar. Dat kan een bioscoopbezoekje zijn, of samen wat freubelen, want de meiden zijn echte crea-bea's.
Vorig jaar zomer stond er een zogenaamde "oranje-tent" op het veld voor ons huis en was dat dé plek waar we niet alleen de wedstrijden van Oranje samen aanschouwden, maar ook gezellig samen kwamen en dan wat met elkaar kletsten, barbecueden of de mannen een balletje met elkaar trapten. Het voelde aan alsof we op de camping zaten, alleen dan in onze eigen straat met allemaal een stenen huis om in te wonen in plaats van de tent of caravan.
In oktober gaan we met z'n allen (ons groepje) naar Preston Palace.
De groep bestaat dan uit twaalf personen, mits iedereen uit het groepje mee gaat. Ik heb er al enorm veel zin in.
Er moet uiteraard nog wel een één en ander geregeld worden en ik hoop dat dát allemaal, zonder al te veel gedoe, gaat lukken. En dan doel ik op de zuurstoflevering.
De laatste keer dat wij zuurstof wilden regelen voor een weekendje naar Arnhem, kregen we doodleuk te horen dat het niet mogelijk was een moedervat vloeibare zuurstof op plek van bestemming te leveren. Men wilde ons aan de cilinders zetten. Het probleem met die kleine, draagbare cilinders is dat er maar voor twee uur zuurstof in zit. Je begrijpt dat dát enorm lastig is als je een weekendje weg bent. Je wilt immers niet constant op de klok kijken en weer terug naar het hotel rijden om weer van cilinder te wisselen.
Voorgaande jaren werd er altijd een moedervat vloeibare zuurstof geleverd mét een draagbaar tankje, zoals ik nu ook thuis heb. Reuze handig; je 'tankt' het kleine draagbare tankje op het moedervat en je kan er bijna een hele dag mee op stap. Dat ligt uiteraard ook aan de hoeveelheid zuurstof die gebruikt wordt.
ambulox (moeder vat) |
draagbaar tankje |
cilinder |
Ik zou het erg rot vinden als ons weekendje bemoeilijkt gaat worden door zoiets stoms als de zuurstofvoorziening. Want hoe vaak gaan we nu eigenlijk weg??? Nooit. Dus ik vind dat dit uitje door moet gaan!!! Zonder bureaucratisch geleuter en gemier van een zuurstofleverancier. Punt.
Ik ga me dan ook nog even hard inzetten om de boel goed geregeld te krijgen.
Vrijdagavond, want daar was ik deze blog natuurlijk mee begonnen, was zoals altijd weer enorm gezellig. Onder het genot van een Pisang Jus en wat warme hapjes, luisterde ik naar de dolle boel om me heen en genoot ik volop.
Goed, onze straat heeft niet gewonnen. Bij lange na niet zelfs, maar daar draait het in het leven ook niet om. Het gaat om het idee en om de gezellige avond en sfeer die bij zo'n sportief samenzijn horen.
vrijdag 17 juni 2011
Otrivin(isme)
Wij zijn weer grotendeels uit de lappenmand. Een enkele proest hier en een enkele kuch daar en dat is het dan wel weer.
Ik heb niet meer het gevoel dat ik alle dagen stomen moet en ben overdag ook geen Otrivin meer nodig. En ook 's nachts laat ik dit goedje zoveel mogelijk voor wat het is.
Waarom??? Omdat ik een ex-otrivinist ben.
Watte Alie.....???
Ja het bestaat echt; otrivinisme.
Laat ik beginnen met te vertellen dat ik voor ik Albert leerde kennen nog nooit met dit spul in aanraking was geweest. Otrivin werd in mijn ouderlijk huis niet gebruikt. Mijn moeder had wél altijd een zogenaamde Vicks inhaler in huis en had ooit een keer van mijn KNO-arts gehoord dat ze, in geval van een verstopte neus, het beste zélf zoutwater kon maken. Dus water koken en dan zoveel (huppeldepup) gram zout erdoor. (voor de exacte verhouding/dosering moet je bij mijn moeder zijn)
En dat werd dus altijd gemaakt als ik, of één van de andere gezinsleden, weer eens verkouden was.
Toen kreeg ik een relatie met Albert en bij hun in de familie stond altijd een spraypompje met Otrivin in het medicijnkastje. Volgens Albert een wondermiddel. En ja; inmiddels weet ik uit eigen ervaring dat hij daar helemaal gelijk in heeft; verstopte neus, even een spray in ieder neusgat en jawel, binnen enkele seconden kun je weer vrij ademhalen. Wat een opluchting kan dat zijn zeg. Vooral tijdens de nacht.
En vanaf dat moment kreeg de Otrivin ook een vast plekje in míjn leven.
Bij een verkoudheid was hij mijn beste vriend.
Op een gegeven ogenblik was ik vaak verkouden. Tenminste; ik had vaak last van een verstopte neus. Niet dat ik dan ook meteen de andere symptomen van een verkoudheid had, nee het ging hier echt enkel en alleen om een verstopte neus. En zoals jullie weten; een verstopte neus is zo verdomde lastig. Dus ging er het ene flesje na het andere flesje Otrivin doorheen. Het gaf gelukkig vooral veel verlichting in de nachtelijke uren.
Tijdens één van mijn ziekenhuisopnames trof ik een overijverige zaalarts, die na een klein onderzoek bij het begin van mijn opname constateerde dat mijn neus niet geheel vrij en open klonk, mij daarop meteen vier keer daags stomen met kamille voorschreef EN aanstuurde op een bezoekje aan de KNO-arts.
Jakkie!!!! Ik heb dus helemaal niks met de KNO-arts. Eigenlijk heb ik gewoon níks met artsen in het algemeen, die zich gespecialiseerd hebben in hoofd-problemen, zoals dus een oogarts, een tandarts en ja, daar hoort dus ook de KNO bij. Het liefst ontloop ik ze allemaal, maar ja, dát kan dan weer niet....!
Nu moet ik wel zeggen dat mijn angst voor de tandarts grotendeels verdwenen is, dankzij de angst-tandarts. Maar de KNO-afdeling is nog steeds een afdeling waar ik het liefst met een grote boog omheen loop.
Het werd (en word nog steeds trouwens) zaalartsen niet in dank afgenomen als zíj opeens een bezoekje aan de KNO-arts voorstellen.
Maar goed, ik mocht toentertijd mijn neus dus laten zien en zuchtend begaf ik mij naar het hol van de leeuw. Ik heb nogal wat slechte ervaringen op het gebied van de KNO en ik denk dat menig CF'er mijn verhaal dus wel zal herkennen.
Eénmaal binnen bij de KNO mocht ik plaatsnemen op de stoel en zette de arts zijn mijnwerkerslamp op zijn hoofd om de binnenkant van mijn neus eens uitgebreid uit te diepen. Veel mmmmm's kwamen uit zijn giechel en ik werd met de seconde nerveuzer. 'Dus je hebt 's avonds voor je gaat slapen last van een verstopte neus?' was zijn vraag.
'Uhhh ja. Maar als ik Otrivin heb gebruikt is het ook zo weer over hoor,' merkte ik opgewekt op, in de hoop dat mijn vriendelijke, opgewekte manier hem ervan zou weerhouden meteen met allerlei apparatuur aan de slag te gaan.
'Das dan duidelijk. Je mag daar weer plaatsnemen,' zei de beste man terwijl hij naar de stoel bij zijn bureau wees. Ik keek Albert aan, maar die was natuurlijk ook niet veel wijzer geworden van het onduidelijke gemurmel, en haalde zijn schouders op.
'Dit lijkt me een typisch geval van Otrivinisme,' zei de arts terwijl hij een receptenboekje erbij pakte. 'Een wat?' vroeg ik.
'Je bent Otrivinist.'
Ik stond op het punt om hem te vragen of hij misschien een soort van grapje maakte, maar nee, aan zijn gezichtsuitdrukking zag ik dat ome dok bloedserieus was.
'Je bent verslaafd aan Otrivin. En omdat je slijmvliezen zo gewend zijn geraakt aan de Otrivin raken ze opgezet waardoor je het gevoel hebt dat je neus verstopt zit.' De arts schoof een receptje over de tafel naar me toe. 'Je moet de Otrivin laten staan en dit gaan gebruiken. Het werkt net als de Otrivin met een spraypompje, maar zorgt ervoor dat je slijmvliezen weer rustig worden. Ik keek naar het receptje voor me en onwillekeurig gingen mijn gedachten naar mijn zwager; die dus plots niet één verslaving had, namelijk het roken, maar te maken had met twee verslavingen. Want ook híj is Otrivinist. En op dat moment misschien een wel grotere Otrivinist dan ik ooit geweest ben. Hij had destijds, als een echte verslaafde, overál een Otrivinpompje liggen; in zijn jaszak, in de auto, in huis, etc etc.
Dat was destijds, dus ik weet niet hoe het nu met zijn Otrivinisme staat. Wie weet is hij ook gestopt, net als ik destijds.
Want ja; ik moest dus stoppen; cold turkey. En dat was niet fijn. Want, hoewel ik geen afkickverschijnselen kreeg zoals je die bij andere verslavingen kunt verwachten, had ik natuurlijk in de beginperiode na het stoppen nóg steeds last van die opgezette slijmvliezen, dus last van een 'verstopte' neus. Dus slapen; hó maar. Ik werd er kregel van. Gelukkig had ik van de KNO-arts iets gekregen waardoor de slijmvliezen wel snel herstelden en ik ook vrij snel geen verstopte neus meer had.
Albert vond het juist wel grappig dat ik dus een ex-Otrivinist was en plaagde mij veelvuldig met mijn 'verslaving'.
Wat ik door dat alles wel geleerd heb is dat Otrivin niet een heel onschuldig goedje is, zoals ik voor die tijd altijd dacht. In de bijsluiter staat ook duidelijk dat je het niet langer dan een week mag gebruiken en dat staat er dus niet voor niks. Daarom gebruik ik de Otrivin nu ook alleen nog maar als ik écht niet anders kan. Ik wissel het zoveel mogelijk af met stomen, heel veel stomen, en spoelen met NaCl, dat ik natuurlijk standaard in huis heb. De Otrivin is een hulpmiddel, die me overigens heel goed helpt hoor, daar niet van, maar wél één waar ik niet al m'n geld op moet inzetten.
Een verkoudheid zoals de afgelopen week was ik maar wat blij dat ik Otrivin in mijn kastje had staan, maar zodra ik ook maar iets van verbetering merk, gooi ik het pompje achteruit en ga ik op de natuurlijke (lees; minder schadelijke) manier verder.
En zoals ik al zei, steken we allebei ons lieflijke hoofdje al weer uit de lappenmand en gebruiken we géén Otrivin meer.
En voor een ieder die de Otrivin elke dag gebruikt; denk nog eens na als je dit verhaaltje leest en jezelf erin herkent. Krab jezelf eens achter je oren; misschien gebruik jij ook de Otrivin op een manier die niet gezond en verstandig is. 'k Weet helaas uit eigen ervaring dat iets als Otrivinisme heel gemakkelijk je systeem in sluipt.
Ik heb niet meer het gevoel dat ik alle dagen stomen moet en ben overdag ook geen Otrivin meer nodig. En ook 's nachts laat ik dit goedje zoveel mogelijk voor wat het is.
Waarom??? Omdat ik een ex-otrivinist ben.
Watte Alie.....???
Ja het bestaat echt; otrivinisme.
Laat ik beginnen met te vertellen dat ik voor ik Albert leerde kennen nog nooit met dit spul in aanraking was geweest. Otrivin werd in mijn ouderlijk huis niet gebruikt. Mijn moeder had wél altijd een zogenaamde Vicks inhaler in huis en had ooit een keer van mijn KNO-arts gehoord dat ze, in geval van een verstopte neus, het beste zélf zoutwater kon maken. Dus water koken en dan zoveel (huppeldepup) gram zout erdoor. (voor de exacte verhouding/dosering moet je bij mijn moeder zijn)
En dat werd dus altijd gemaakt als ik, of één van de andere gezinsleden, weer eens verkouden was.
Toen kreeg ik een relatie met Albert en bij hun in de familie stond altijd een spraypompje met Otrivin in het medicijnkastje. Volgens Albert een wondermiddel. En ja; inmiddels weet ik uit eigen ervaring dat hij daar helemaal gelijk in heeft; verstopte neus, even een spray in ieder neusgat en jawel, binnen enkele seconden kun je weer vrij ademhalen. Wat een opluchting kan dat zijn zeg. Vooral tijdens de nacht.
En vanaf dat moment kreeg de Otrivin ook een vast plekje in míjn leven.
Bij een verkoudheid was hij mijn beste vriend.
Op een gegeven ogenblik was ik vaak verkouden. Tenminste; ik had vaak last van een verstopte neus. Niet dat ik dan ook meteen de andere symptomen van een verkoudheid had, nee het ging hier echt enkel en alleen om een verstopte neus. En zoals jullie weten; een verstopte neus is zo verdomde lastig. Dus ging er het ene flesje na het andere flesje Otrivin doorheen. Het gaf gelukkig vooral veel verlichting in de nachtelijke uren.
Tijdens één van mijn ziekenhuisopnames trof ik een overijverige zaalarts, die na een klein onderzoek bij het begin van mijn opname constateerde dat mijn neus niet geheel vrij en open klonk, mij daarop meteen vier keer daags stomen met kamille voorschreef EN aanstuurde op een bezoekje aan de KNO-arts.
Jakkie!!!! Ik heb dus helemaal niks met de KNO-arts. Eigenlijk heb ik gewoon níks met artsen in het algemeen, die zich gespecialiseerd hebben in hoofd-problemen, zoals dus een oogarts, een tandarts en ja, daar hoort dus ook de KNO bij. Het liefst ontloop ik ze allemaal, maar ja, dát kan dan weer niet....!
Nu moet ik wel zeggen dat mijn angst voor de tandarts grotendeels verdwenen is, dankzij de angst-tandarts. Maar de KNO-afdeling is nog steeds een afdeling waar ik het liefst met een grote boog omheen loop.
Het werd (en word nog steeds trouwens) zaalartsen niet in dank afgenomen als zíj opeens een bezoekje aan de KNO-arts voorstellen.
Maar goed, ik mocht toentertijd mijn neus dus laten zien en zuchtend begaf ik mij naar het hol van de leeuw. Ik heb nogal wat slechte ervaringen op het gebied van de KNO en ik denk dat menig CF'er mijn verhaal dus wel zal herkennen.
Eénmaal binnen bij de KNO mocht ik plaatsnemen op de stoel en zette de arts zijn mijnwerkerslamp op zijn hoofd om de binnenkant van mijn neus eens uitgebreid uit te diepen. Veel mmmmm's kwamen uit zijn giechel en ik werd met de seconde nerveuzer. 'Dus je hebt 's avonds voor je gaat slapen last van een verstopte neus?' was zijn vraag.
'Uhhh ja. Maar als ik Otrivin heb gebruikt is het ook zo weer over hoor,' merkte ik opgewekt op, in de hoop dat mijn vriendelijke, opgewekte manier hem ervan zou weerhouden meteen met allerlei apparatuur aan de slag te gaan.
'Das dan duidelijk. Je mag daar weer plaatsnemen,' zei de beste man terwijl hij naar de stoel bij zijn bureau wees. Ik keek Albert aan, maar die was natuurlijk ook niet veel wijzer geworden van het onduidelijke gemurmel, en haalde zijn schouders op.
'Dit lijkt me een typisch geval van Otrivinisme,' zei de arts terwijl hij een receptenboekje erbij pakte. 'Een wat?' vroeg ik.
'Je bent Otrivinist.'
Ik stond op het punt om hem te vragen of hij misschien een soort van grapje maakte, maar nee, aan zijn gezichtsuitdrukking zag ik dat ome dok bloedserieus was.
'Je bent verslaafd aan Otrivin. En omdat je slijmvliezen zo gewend zijn geraakt aan de Otrivin raken ze opgezet waardoor je het gevoel hebt dat je neus verstopt zit.' De arts schoof een receptje over de tafel naar me toe. 'Je moet de Otrivin laten staan en dit gaan gebruiken. Het werkt net als de Otrivin met een spraypompje, maar zorgt ervoor dat je slijmvliezen weer rustig worden. Ik keek naar het receptje voor me en onwillekeurig gingen mijn gedachten naar mijn zwager; die dus plots niet één verslaving had, namelijk het roken, maar te maken had met twee verslavingen. Want ook híj is Otrivinist. En op dat moment misschien een wel grotere Otrivinist dan ik ooit geweest ben. Hij had destijds, als een echte verslaafde, overál een Otrivinpompje liggen; in zijn jaszak, in de auto, in huis, etc etc.
Dat was destijds, dus ik weet niet hoe het nu met zijn Otrivinisme staat. Wie weet is hij ook gestopt, net als ik destijds.
Want ja; ik moest dus stoppen; cold turkey. En dat was niet fijn. Want, hoewel ik geen afkickverschijnselen kreeg zoals je die bij andere verslavingen kunt verwachten, had ik natuurlijk in de beginperiode na het stoppen nóg steeds last van die opgezette slijmvliezen, dus last van een 'verstopte' neus. Dus slapen; hó maar. Ik werd er kregel van. Gelukkig had ik van de KNO-arts iets gekregen waardoor de slijmvliezen wel snel herstelden en ik ook vrij snel geen verstopte neus meer had.
Albert vond het juist wel grappig dat ik dus een ex-Otrivinist was en plaagde mij veelvuldig met mijn 'verslaving'.
Wat ik door dat alles wel geleerd heb is dat Otrivin niet een heel onschuldig goedje is, zoals ik voor die tijd altijd dacht. In de bijsluiter staat ook duidelijk dat je het niet langer dan een week mag gebruiken en dat staat er dus niet voor niks. Daarom gebruik ik de Otrivin nu ook alleen nog maar als ik écht niet anders kan. Ik wissel het zoveel mogelijk af met stomen, heel veel stomen, en spoelen met NaCl, dat ik natuurlijk standaard in huis heb. De Otrivin is een hulpmiddel, die me overigens heel goed helpt hoor, daar niet van, maar wél één waar ik niet al m'n geld op moet inzetten.
Een verkoudheid zoals de afgelopen week was ik maar wat blij dat ik Otrivin in mijn kastje had staan, maar zodra ik ook maar iets van verbetering merk, gooi ik het pompje achteruit en ga ik op de natuurlijke (lees; minder schadelijke) manier verder.
En zoals ik al zei, steken we allebei ons lieflijke hoofdje al weer uit de lappenmand en gebruiken we géén Otrivin meer.
En voor een ieder die de Otrivin elke dag gebruikt; denk nog eens na als je dit verhaaltje leest en jezelf erin herkent. Krab jezelf eens achter je oren; misschien gebruik jij ook de Otrivin op een manier die niet gezond en verstandig is. 'k Weet helaas uit eigen ervaring dat iets als Otrivinisme heel gemakkelijk je systeem in sluipt.
maandag 13 juni 2011
in de lappenmand
We zitten met z'n tweeën in de lappenmand.
Albert begon woensdag te kuchen, snotteren en met krakende stem te praten en dan is het uiteraard afwachten wanneer ik het stokje van hem overneem. Het is in ons geval helaas niet óf ik het stokje overneem, maar inderdaad; wanneer. En dat was dus vrijdag het geval.
Ik werd wakker met een licht pijnlijke keel, maar dat mocht eigenlijk geen naam hebben. Ik heb begin dit jaar een enorme keelpijn gehad, waar ik me echt niet lekker door voelde. Alle keelpijntjes vallen nu dus in het niet bij de keelpijn van eerder dit jaar.
Maar een heftige keelpijn of niet, het betekende wél dat er iets in mijn lijf stond te gebeuren. En jawel, zaterdag was het raak.
Mijn hoofd zat potdicht. Piepende oren, zere keel, verstopte neus, niezen, zweten etc etc. Een duidelijk gevalletje van verkoudheid.
En dan is ook alles je teveel.
Albert parkeerde zich op de grote bank, ik vleide me op de kleinere bank. En zo hebben wij dus dit weekend door gebracht. Met binnen handbereik een keukenrol (die tissues zijn flinterdun, daar snuit je zo doorheen. En de papieren zakdoekjes moet je toch iedere keer weer uit het pakje frummelen), Natterman keelpastilles, die ik zoveel effectiever vind dan de oeroude Strepsils. Twee spraypompjes Otrivin, één voor Albert en één voor mij. En natuurlijk thee, líters thee.
En ik heb mijn stoomkapje maar weer 'ns tevoorschijn gehaald. Lekker kamille en een paar drupjes tea tree erin. En stomen maar. Héérlijk!!!
Eergisteren heb ik 's nachts een kleine longbloeding gehad. Een kleintje maar, dus ik maak me niet meteen al te veel zorgen. Maar ik hoop uiteraard dat het (eenmalig dus) bij dat kleine bloedinkje blijft. Want ik zit nou niet meteen weer op een iv-kuur te wachten of op een opname.
Dat we met z'n alles massaal ziek of verkouden worden is op zich ook niet zo vreemd natuurlijk. Het ene moment is het zo warm dat de mussen, bij wijze van spreken, dood van het dak vallen en een volgend moment is het weer zo kil en guur dat je de kachel maar weer eens aanzwengelt. Wie zou daar nu niet snipverkouden van raken??
Voor nu doe ik in ieders geval even rustig aan en hopelijk voel ik me gauw weer ietsjes meer de 'oude Alie'.
Albert begon woensdag te kuchen, snotteren en met krakende stem te praten en dan is het uiteraard afwachten wanneer ik het stokje van hem overneem. Het is in ons geval helaas niet óf ik het stokje overneem, maar inderdaad; wanneer. En dat was dus vrijdag het geval.
Ik werd wakker met een licht pijnlijke keel, maar dat mocht eigenlijk geen naam hebben. Ik heb begin dit jaar een enorme keelpijn gehad, waar ik me echt niet lekker door voelde. Alle keelpijntjes vallen nu dus in het niet bij de keelpijn van eerder dit jaar.
Maar een heftige keelpijn of niet, het betekende wél dat er iets in mijn lijf stond te gebeuren. En jawel, zaterdag was het raak.
Mijn hoofd zat potdicht. Piepende oren, zere keel, verstopte neus, niezen, zweten etc etc. Een duidelijk gevalletje van verkoudheid.
En dan is ook alles je teveel.
Albert parkeerde zich op de grote bank, ik vleide me op de kleinere bank. En zo hebben wij dus dit weekend door gebracht. Met binnen handbereik een keukenrol (die tissues zijn flinterdun, daar snuit je zo doorheen. En de papieren zakdoekjes moet je toch iedere keer weer uit het pakje frummelen), Natterman keelpastilles, die ik zoveel effectiever vind dan de oeroude Strepsils. Twee spraypompjes Otrivin, één voor Albert en één voor mij. En natuurlijk thee, líters thee.
En ik heb mijn stoomkapje maar weer 'ns tevoorschijn gehaald. Lekker kamille en een paar drupjes tea tree erin. En stomen maar. Héérlijk!!!
Eergisteren heb ik 's nachts een kleine longbloeding gehad. Een kleintje maar, dus ik maak me niet meteen al te veel zorgen. Maar ik hoop uiteraard dat het (eenmalig dus) bij dat kleine bloedinkje blijft. Want ik zit nou niet meteen weer op een iv-kuur te wachten of op een opname.
Dat we met z'n alles massaal ziek of verkouden worden is op zich ook niet zo vreemd natuurlijk. Het ene moment is het zo warm dat de mussen, bij wijze van spreken, dood van het dak vallen en een volgend moment is het weer zo kil en guur dat je de kachel maar weer eens aanzwengelt. Wie zou daar nu niet snipverkouden van raken??
Voor nu doe ik in ieders geval even rustig aan en hopelijk voel ik me gauw weer ietsjes meer de 'oude Alie'.
vrijdag 10 juni 2011
woordtornado
Zo eens in de zoveel tijd zie ik dat er op Hyves een nieuw spelletje geïntroduceerd word. En aangezien ik een spelletjesfanaat ben, ben ik er dan ook als de kippen bij om het nieuwe spel te onderzoeken.
Deze keer gaat het om woordtornado, een soort van scrabble.
Ik kreeg diverse uitnodigingen voor dit spelletje, maar gooide deze telkens weg, want ik had Hyves een tijdje op een laag pitje gezet. Vond er niet zo veel meer aan en behalve de dagelijkse check of ik nog krabbels van die of gene had, keek ik er weinig meer naar om.
Pas geleden 'hervond' ik Hyves weer en dan met name de spelletjes. Een paar had ik uit mijn favorieten gegooid, maar andere, oudere spelletjes die ik al een poosje niet meer gespeeld had, werden weer volop aangeklikt en uitgeoefend.
Gisteren probeerde ik toevallig dus woordtornado uit. Hij stond onder het kopje nieuwe spellen en dus dacht ik; PROBEREN!!!!!
Je speelt het spel dus met z'n tweeën of met meerdere spelers. En na ieder woord die je gelegd hebt, krijg je nieuwe letters.
Ook heb je, net als met de traditionele scrabble, te maken met letterwaarden en woordwoorden. Wat in de praktijk dus betekend dat je het spel goed en vooral tactisch moet spelen.
Mijn eerste tegenstander noemde zichzelf 'witte hengst' en ik moet zeggen dat ik een beetje een kriebel kreeg van die naam. Wie noemt zichzelf nou 'witte hengst'....????!!!!
Maar goed; 'witte hengst' maakte me helemaal in. Hij liet geen spaan van me heel. Hij was duidelijk een geoefend speler. Hij gooide woorden op tafel waar ik nog nooit van gehoord had, of op z'n minst van verwacht had dat die afgewezen zouden worden.
Alle vreemde woorden die ik uit mijn dikke duim wist te persen werden stuk voor stuk afgewezen. Nahhhhh!!!!
Ook snapte ik niet hoe ik het blanco blokje kon gebruiken, dan wel inruilen voor een bestaande letter.
Met andere woorden; hoe leuk ook, ik bakte er niks van.
Gisteravond, want laat ik eerlijk zijn; het was wel een heel verslavend spelletje, begon ik opnieuw. Vol goede moed. En mijn tegenspeler heette John.
Omdat je dus ook tijdens het spelletje spelen met elkaar kunt chatten, begroette hij me vriendelijk en wenste me veel succes.
Algauw kwam ik er achter dat John eveneens een ervaren man op dit gebied was. En dus chatte ik hem dat ik het nog niet zo lang speelde en om die reden nog niet zoveel van het spel begreep.
Meteen kreeg ik antwoord van John dat ik mijn blanco blokje niet door het spel moest laten omdraaien, omdat ik dan een letter van hun kreeg terwijl je die dus zelf kunt bepalen. Huh??? Dat was nieuw voor mij, maar bedankt voor de tip John. Leg alleen even uit hoe het werkt.....
Dat deed John. Hij gaf me tal van tips en zo leerde ik er steeds een beetje bij.
Niet dat het meteen heel erg jofel ging, maar John verzekerde me dat dát een kwestie van vaker spelen en oefenen was.
Ondanks de tips en adviezen van John bleef ik een schamele score houden. Het was gewoon zielig te noemen.
Omdat ik van mezelf altijd het idee had dat ik prima met letters overweg kon, had ik dan ook niet anders verwacht dan dat ik de woorden zo uit mijn mouw zou schudden. No problemo. Ik lees namelijk graag en kom dan ook best vaak woorden tegen die enigszins ongebruikelijk of onalledaags te noemen zijn. Scrabbelen zou dus niet zó moeilijk moeten zijn. Maar dat het echt niet zo eenvoudig is als het eruit ziet, bleek nu dus wel.
Helaas kreeg ik voortdurend letters als de X, de Y of de Q. En woorden als wyn en tenzy accepteert ie gewoon niet. Je zou er bijna gefrustreerd van raken...!
En als je het over echt moeilijke letters hebt dan is het wel als je rijtje uit enkel en alleen mede-klinkers bestaat.
Van de ongeveer tien spelletjes die ik nu in woordtornado gespeeld heb, heb ik één pot gewonnen. Goed hè??
Voor de rest laten mijn tegenspelers mij virtueel alle hoeken van het bord zien. En laten ze geen spaan van mij heel.
Zelfs de hulp van Albert inroepen heeft geen zin. Hij komt met leuke woordjes op de proppen, maar ik moet punten scoren en die scoor ik alleen als ik mijn woorden op de zoveel-keer-letterwaarden en zoveel-keer-woordwaarden plaats.
Het betekend dus oefenen, oefenen en nogmaals oefenen.
Het moge duidelijk zijn; Alie heeft een nieuwe verslaving!!!!! Maar wél een mooie verslaving!!!!
Deze keer gaat het om woordtornado, een soort van scrabble.
Ik kreeg diverse uitnodigingen voor dit spelletje, maar gooide deze telkens weg, want ik had Hyves een tijdje op een laag pitje gezet. Vond er niet zo veel meer aan en behalve de dagelijkse check of ik nog krabbels van die of gene had, keek ik er weinig meer naar om.
Pas geleden 'hervond' ik Hyves weer en dan met name de spelletjes. Een paar had ik uit mijn favorieten gegooid, maar andere, oudere spelletjes die ik al een poosje niet meer gespeeld had, werden weer volop aangeklikt en uitgeoefend.
Gisteren probeerde ik toevallig dus woordtornado uit. Hij stond onder het kopje nieuwe spellen en dus dacht ik; PROBEREN!!!!!
Je speelt het spel dus met z'n tweeën of met meerdere spelers. En na ieder woord die je gelegd hebt, krijg je nieuwe letters.
Ook heb je, net als met de traditionele scrabble, te maken met letterwaarden en woordwoorden. Wat in de praktijk dus betekend dat je het spel goed en vooral tactisch moet spelen.
Mijn eerste tegenstander noemde zichzelf 'witte hengst' en ik moet zeggen dat ik een beetje een kriebel kreeg van die naam. Wie noemt zichzelf nou 'witte hengst'....????!!!!
Maar goed; 'witte hengst' maakte me helemaal in. Hij liet geen spaan van me heel. Hij was duidelijk een geoefend speler. Hij gooide woorden op tafel waar ik nog nooit van gehoord had, of op z'n minst van verwacht had dat die afgewezen zouden worden.
Alle vreemde woorden die ik uit mijn dikke duim wist te persen werden stuk voor stuk afgewezen. Nahhhhh!!!!
Ook snapte ik niet hoe ik het blanco blokje kon gebruiken, dan wel inruilen voor een bestaande letter.
Met andere woorden; hoe leuk ook, ik bakte er niks van.
Gisteravond, want laat ik eerlijk zijn; het was wel een heel verslavend spelletje, begon ik opnieuw. Vol goede moed. En mijn tegenspeler heette John.
Omdat je dus ook tijdens het spelletje spelen met elkaar kunt chatten, begroette hij me vriendelijk en wenste me veel succes.
Algauw kwam ik er achter dat John eveneens een ervaren man op dit gebied was. En dus chatte ik hem dat ik het nog niet zo lang speelde en om die reden nog niet zoveel van het spel begreep.
Meteen kreeg ik antwoord van John dat ik mijn blanco blokje niet door het spel moest laten omdraaien, omdat ik dan een letter van hun kreeg terwijl je die dus zelf kunt bepalen. Huh??? Dat was nieuw voor mij, maar bedankt voor de tip John. Leg alleen even uit hoe het werkt.....
Dat deed John. Hij gaf me tal van tips en zo leerde ik er steeds een beetje bij.
Niet dat het meteen heel erg jofel ging, maar John verzekerde me dat dát een kwestie van vaker spelen en oefenen was.
Ondanks de tips en adviezen van John bleef ik een schamele score houden. Het was gewoon zielig te noemen.
Omdat ik van mezelf altijd het idee had dat ik prima met letters overweg kon, had ik dan ook niet anders verwacht dan dat ik de woorden zo uit mijn mouw zou schudden. No problemo. Ik lees namelijk graag en kom dan ook best vaak woorden tegen die enigszins ongebruikelijk of onalledaags te noemen zijn. Scrabbelen zou dus niet zó moeilijk moeten zijn. Maar dat het echt niet zo eenvoudig is als het eruit ziet, bleek nu dus wel.
Helaas kreeg ik voortdurend letters als de X, de Y of de Q. En woorden als wyn en tenzy accepteert ie gewoon niet. Je zou er bijna gefrustreerd van raken...!
En als je het over echt moeilijke letters hebt dan is het wel als je rijtje uit enkel en alleen mede-klinkers bestaat.
Van de ongeveer tien spelletjes die ik nu in woordtornado gespeeld heb, heb ik één pot gewonnen. Goed hè??
Voor de rest laten mijn tegenspelers mij virtueel alle hoeken van het bord zien. En laten ze geen spaan van mij heel.
Zelfs de hulp van Albert inroepen heeft geen zin. Hij komt met leuke woordjes op de proppen, maar ik moet punten scoren en die scoor ik alleen als ik mijn woorden op de zoveel-keer-letterwaarden en zoveel-keer-woordwaarden plaats.
Het betekend dus oefenen, oefenen en nogmaals oefenen.
Het moge duidelijk zijn; Alie heeft een nieuwe verslaving!!!!! Maar wél een mooie verslaving!!!!
dinsdag 7 juni 2011
de week in een notendop
Vorige week werd ik na drie weken intensief kuren weer van het infuus gehaald. De kuur zat er op.
Hè hè, eíndelijk!!!!
Drie weken lijkt altijd ellenlang, maar in de praktijk is het ook zo weer voorbij.
Donderdag, hemelvaartsdag, was het de vaste pokeravond van Albert. Met een groepje buurmannen komen zij wekelijks bijeen om een kaartje te leggen. Of zoals ik gewoon zeg; stoere mannenpraatjes, veel blabla en de laatste dorpsroddels. Als je denkt dat vrouwen kunnen beppen, nou dan moet je die mannen eens horen.....
Op sommige van deze pokeravonden trekken de vrouwen ook met elkaar op. We zijn eens naar de bioscoop geweest, freubelen wat bij iemand thuis (ik woon in een echte creabeabuurt) of komen gewoon gezellig samen om ook wat te kleppen en te beppen.
Afgelopen donderdag kwamen de dames bij mij en hebben we de Nederlandse film Liever Verliefd gekeken. Een heerlijke meidenfilm waar je niet teveel bij na hoeft te denken. Ideaal dus voor een dergelijke avond.
Vrijdag heb ik de dag zo'n beetje slapend door gebracht. De medicatie van de afgelopen kuur zat natuurlijk nog in het lijf en dan zo'n intensieve avond er achteraan, dat betekend bij mij dus: "inhalen". En dat geeft ook niks, want een goeie middagdut op de bank is ook helemaal niet verkeerd....:-)
's Avonds zaten we aan de buis gekluisterd want de halve finale van X-factor werd uitgezonden. Nou moet ik eerlijkheidshalve erbij zeggen dat we kijken omdat Albert er graag naar kijkt. Mij boeit het niet zo.
'k Vond het nog wel grappig toen Blinde Ed mee deed, maar toen hij eruit ging was voor mij de interesse op een nulpunt beland.
Ik ben dan ook blij dat we aanstaande vrijdag de finale voorgeschoteld krijgen en dat het dan afgelopen is met die onzin.
Zaterdag was ik nog steeds moe en lamlendig. Maar ik vermoed dat de warmte daar ook mee te maken had. Het was drukkend warm en bij iedere stap die ik zette kwam er ergens wel een zweetdruppel uitrollen. En dat bij een hoge luchtvochtigheid maakte dat ik niet echt vooruit kwam. Iedere inspanning betekende extra benauwd zijn.
Albert verraste me door te melden dat hij een stukje ging fietsen. 'Schrik niet,' zei hij vrolijk. 'Maar ik denk dat ik een rondje ga fietsen.'
Huh...???!!!! Asjemenou!!!
Mijn vent die een fiets twee keer per jaar aanraakt; namelijk met nieuwjaarsdag als hij met de 'kerels' nieuwjaar gaat lopen en als hij klaar is met deze typisch Drents-Groningse traditie en weer naar huis wil. Diezelfde vent, die zijn fiets nog NOOIT als een leuk tijdverdrijf heeft gezien, stapt geheel vrijwillig op de tweewieler om te....fietsen?! De fiets wist waarschijnlijk niet wat hem overkwam. En ik ben ook helemáál vergeten om een foto van dit memorabele moment te maken. Jammer, jammer, jammer.
Toen hij 's avonds onder de douche stapte zag zijn gezicht vuurrood, en waren zijn nek en armen verbrand. Gelukkig lag er nog een tube After Sunnetje van Zwitsal in de koelkast. Lekker smeren maar....!!!
Had ik zaterdagmiddag nog hangend naar de finale van de vrouwen op Roland Garros gekeken, zondag was het uiteraard de beurt aan de heren. Het ging tussen Rafael Nadal en Roger Federer. Puur kijkplezier.
Albert moest werken en was dus om half drie pleite terwijl ik heerlijk en op m'n dooie gemak op de bank lag te wachten op datgene wat komen zou.
De eerste tien minuten heb ik nog mee gemaakt en toen was ook Alie pleite, maar dan op een heel andere manier.
Ik werd wakker van de telefoon. Moe als ik was dubde ik; wel opnemen of niet opnemen. Het bleek het telefoonnummer van mijn schoonouders te zijn, wél opnemen dus.
Het was mijn schoonmoeder die vroeg of ze bij me moest komen. 'Ehhhh nee, hoezo?'
'Omdat het zo begint te onweren.'
Onweren??? Ik heb nog niks gehoord, maar daarentegen lag ik natuurlijk ook in dromenland. Ik beloof haar dat ik haar bel als het natuurgeweld me te gortig word.
Misschien moet ik dat even uitleggen aan de mensen die mij niet zo goed kennen en wellicht nog nooit mijn blogs op Hyves hebben gelezen. Ik ben als de dood voor onweer.
Ik heb onweer nog nooit leuk gevonden, maar sinds er een onweersbui pal boven ons kleine dorpje hing, jaren geleden, ben ik dus abnormaal bang. Het knalde en flitste maar door en door en ik wist niet meer waar ik het zoeken moest van angst. Die bewuste avond is inmiddels al ruim zeven jaar geleden want wij hadden onze Jack Russell nog niet eens. Maar sindsdien schijt ik dus als het ware zeven kleuren in mijn onderbroek als het begint te onweren. De mensen in mijn omgeving weten dat en als mijn wederhelft niet thuis is, is er altijd wel een lieverd te vinden die zich spontaan bij mij meld.
Met een blik naar buiten zie ik dat het enorm hard waait, wat dus ook een voorteken van onweer kan zijn. Albert heeft de parasol wel ingeklapt, maar er niet uit gehaald en dus stuur ik een sms naar de buren of de buurman de parasol eruit wil halen. De buren blijken niet thuis te zijn en dus stuur ik een sms naar broerlief. Die belooft meteen te komen.
Ondertussen pingt vriendinnetje Patries of zij me moet komen halen. Zij is zélf ook als de dood voor onweer én bovendien hoogzwanger. Ik ping terug dat het lief aangeboden is maar dat dat niet hoeft en dat Luuk al komt.
Broer heeft gelukkig zíjn wederhelft op zijn beurt ook meegenomen en dus slaak ik een zucht van verlichting; 'Mooi, dan kunnen jullie wel even bij mij zitten, toch?' Luuk grijnst van oor tot oor; 'Angsthaas.'
Geeft niks, ik heb alle reden om bang te zijn (denk ik).....
Het regent eventjes, maar de hoeveelheid stelt niet zoveel voor, ik hoor een paar knallen, zie een paar flitsen en zo snel als de bui gekomen is, zo snel waait hij dus ook weer over. De lucht breekt open en Luuk meld dat hij naar huis wil. Hij wil de rommel, die deze bui vermoedelijk ook bij hun in de tuin gemaakt heeft, opruimen. Bovendien heeft hij pieperdienst van de vrijwillige brandweer en met één blik op de pieper kan hij al constateren dat er her en der in Drenthe wateroverlast te bespeuren is. Gauw naar huis dus.
Mijn ouders, die 's middags op visite waren, komen ook nog langs en merken verbaasd op dat er bij ons in dit deel van Valthermond althans, niet zo veel regen is gevallen. Waar zij die middag geweest zijn stonden de straten blank.
Nou, hier viel het gelukkig mee. Een beetje meer regen had gerust gemogen hoor, maar onweer mogen ze wel houden.
De week die voor ons ligt is gelukkig geen al te drukke week. De agenda staat halfvol, of halfleeg, 't is maar net hoe je er tegen aan kijkt.
Gisteren was mijn schoonvader jarig en vierde hij zijn vierenzestigste verjaardag. Woensdagmiddag gaan mijn moeder en ik naar vriendinnetje Patries, mits ze zich goed voelt natuurlijk. En vrijdagavond staat er een afspraak in de agenda met de mevrouw waar wij ons aanstaande poesje van krijgen.
En tussen alle afspraken door; bijkomen en opladen voor het volgende uitje.
Hè hè, eíndelijk!!!!
Drie weken lijkt altijd ellenlang, maar in de praktijk is het ook zo weer voorbij.
Donderdag, hemelvaartsdag, was het de vaste pokeravond van Albert. Met een groepje buurmannen komen zij wekelijks bijeen om een kaartje te leggen. Of zoals ik gewoon zeg; stoere mannenpraatjes, veel blabla en de laatste dorpsroddels. Als je denkt dat vrouwen kunnen beppen, nou dan moet je die mannen eens horen.....
Op sommige van deze pokeravonden trekken de vrouwen ook met elkaar op. We zijn eens naar de bioscoop geweest, freubelen wat bij iemand thuis (ik woon in een echte creabeabuurt) of komen gewoon gezellig samen om ook wat te kleppen en te beppen.
Afgelopen donderdag kwamen de dames bij mij en hebben we de Nederlandse film Liever Verliefd gekeken. Een heerlijke meidenfilm waar je niet teveel bij na hoeft te denken. Ideaal dus voor een dergelijke avond.
Vrijdag heb ik de dag zo'n beetje slapend door gebracht. De medicatie van de afgelopen kuur zat natuurlijk nog in het lijf en dan zo'n intensieve avond er achteraan, dat betekend bij mij dus: "inhalen". En dat geeft ook niks, want een goeie middagdut op de bank is ook helemaal niet verkeerd....:-)
's Avonds zaten we aan de buis gekluisterd want de halve finale van X-factor werd uitgezonden. Nou moet ik eerlijkheidshalve erbij zeggen dat we kijken omdat Albert er graag naar kijkt. Mij boeit het niet zo.
'k Vond het nog wel grappig toen Blinde Ed mee deed, maar toen hij eruit ging was voor mij de interesse op een nulpunt beland.
Ik ben dan ook blij dat we aanstaande vrijdag de finale voorgeschoteld krijgen en dat het dan afgelopen is met die onzin.
Zaterdag was ik nog steeds moe en lamlendig. Maar ik vermoed dat de warmte daar ook mee te maken had. Het was drukkend warm en bij iedere stap die ik zette kwam er ergens wel een zweetdruppel uitrollen. En dat bij een hoge luchtvochtigheid maakte dat ik niet echt vooruit kwam. Iedere inspanning betekende extra benauwd zijn.
Albert verraste me door te melden dat hij een stukje ging fietsen. 'Schrik niet,' zei hij vrolijk. 'Maar ik denk dat ik een rondje ga fietsen.'
Huh...???!!!! Asjemenou!!!
Mijn vent die een fiets twee keer per jaar aanraakt; namelijk met nieuwjaarsdag als hij met de 'kerels' nieuwjaar gaat lopen en als hij klaar is met deze typisch Drents-Groningse traditie en weer naar huis wil. Diezelfde vent, die zijn fiets nog NOOIT als een leuk tijdverdrijf heeft gezien, stapt geheel vrijwillig op de tweewieler om te....fietsen?! De fiets wist waarschijnlijk niet wat hem overkwam. En ik ben ook helemáál vergeten om een foto van dit memorabele moment te maken. Jammer, jammer, jammer.
Toen hij 's avonds onder de douche stapte zag zijn gezicht vuurrood, en waren zijn nek en armen verbrand. Gelukkig lag er nog een tube After Sunnetje van Zwitsal in de koelkast. Lekker smeren maar....!!!
Had ik zaterdagmiddag nog hangend naar de finale van de vrouwen op Roland Garros gekeken, zondag was het uiteraard de beurt aan de heren. Het ging tussen Rafael Nadal en Roger Federer. Puur kijkplezier.
Albert moest werken en was dus om half drie pleite terwijl ik heerlijk en op m'n dooie gemak op de bank lag te wachten op datgene wat komen zou.
De eerste tien minuten heb ik nog mee gemaakt en toen was ook Alie pleite, maar dan op een heel andere manier.
Ik werd wakker van de telefoon. Moe als ik was dubde ik; wel opnemen of niet opnemen. Het bleek het telefoonnummer van mijn schoonouders te zijn, wél opnemen dus.
Het was mijn schoonmoeder die vroeg of ze bij me moest komen. 'Ehhhh nee, hoezo?'
'Omdat het zo begint te onweren.'
Onweren??? Ik heb nog niks gehoord, maar daarentegen lag ik natuurlijk ook in dromenland. Ik beloof haar dat ik haar bel als het natuurgeweld me te gortig word.
Misschien moet ik dat even uitleggen aan de mensen die mij niet zo goed kennen en wellicht nog nooit mijn blogs op Hyves hebben gelezen. Ik ben als de dood voor onweer.
Ik heb onweer nog nooit leuk gevonden, maar sinds er een onweersbui pal boven ons kleine dorpje hing, jaren geleden, ben ik dus abnormaal bang. Het knalde en flitste maar door en door en ik wist niet meer waar ik het zoeken moest van angst. Die bewuste avond is inmiddels al ruim zeven jaar geleden want wij hadden onze Jack Russell nog niet eens. Maar sindsdien schijt ik dus als het ware zeven kleuren in mijn onderbroek als het begint te onweren. De mensen in mijn omgeving weten dat en als mijn wederhelft niet thuis is, is er altijd wel een lieverd te vinden die zich spontaan bij mij meld.
Met een blik naar buiten zie ik dat het enorm hard waait, wat dus ook een voorteken van onweer kan zijn. Albert heeft de parasol wel ingeklapt, maar er niet uit gehaald en dus stuur ik een sms naar de buren of de buurman de parasol eruit wil halen. De buren blijken niet thuis te zijn en dus stuur ik een sms naar broerlief. Die belooft meteen te komen.
Ondertussen pingt vriendinnetje Patries of zij me moet komen halen. Zij is zélf ook als de dood voor onweer én bovendien hoogzwanger. Ik ping terug dat het lief aangeboden is maar dat dat niet hoeft en dat Luuk al komt.
Broer heeft gelukkig zíjn wederhelft op zijn beurt ook meegenomen en dus slaak ik een zucht van verlichting; 'Mooi, dan kunnen jullie wel even bij mij zitten, toch?' Luuk grijnst van oor tot oor; 'Angsthaas.'
Geeft niks, ik heb alle reden om bang te zijn (denk ik).....
Het regent eventjes, maar de hoeveelheid stelt niet zoveel voor, ik hoor een paar knallen, zie een paar flitsen en zo snel als de bui gekomen is, zo snel waait hij dus ook weer over. De lucht breekt open en Luuk meld dat hij naar huis wil. Hij wil de rommel, die deze bui vermoedelijk ook bij hun in de tuin gemaakt heeft, opruimen. Bovendien heeft hij pieperdienst van de vrijwillige brandweer en met één blik op de pieper kan hij al constateren dat er her en der in Drenthe wateroverlast te bespeuren is. Gauw naar huis dus.
Mijn ouders, die 's middags op visite waren, komen ook nog langs en merken verbaasd op dat er bij ons in dit deel van Valthermond althans, niet zo veel regen is gevallen. Waar zij die middag geweest zijn stonden de straten blank.
Nou, hier viel het gelukkig mee. Een beetje meer regen had gerust gemogen hoor, maar onweer mogen ze wel houden.
De week die voor ons ligt is gelukkig geen al te drukke week. De agenda staat halfvol, of halfleeg, 't is maar net hoe je er tegen aan kijkt.
Gisteren was mijn schoonvader jarig en vierde hij zijn vierenzestigste verjaardag. Woensdagmiddag gaan mijn moeder en ik naar vriendinnetje Patries, mits ze zich goed voelt natuurlijk. En vrijdagavond staat er een afspraak in de agenda met de mevrouw waar wij ons aanstaande poesje van krijgen.
En tussen alle afspraken door; bijkomen en opladen voor het volgende uitje.
zaterdag 4 juni 2011
Lijnen enzo (deel 2)
Onderstaande blog is een 'oudje' uit mijn blogarchief op Hyves. Hij is destijds geschreven in juni 2007
De weegschaal en ik zijn niet elkaars beste maatje. Dat is ook nog nooit zo geweest.
Een dikke tien jaar geleden werd ik bestempeld als té licht en nu weer als té zwaar. Op de één of andere manier is het ook nooit goed...!!!
Maar het begon me op te vallen dat ik mijn trouwring niet meer zo goed van mijn vinger kon krijgen en die ene broek die altijd perfect zat, paste niet meer. Hmmmm..., dan ga zelfs ík nadenken over de oorzaak.
Vorige week was ik weer voor de gewoonlijke apk-keuring in het umc en na het beluisteren van mijn longen, vroeg de arts mij nog even plaats te nemen op de weegschaal.
Bah, wat vervelend. Probeer ik dat ding thuis uit alle macht te ontwijken en ontlopen en word ik dan daar keihard terug gefloten.
Nou ja, wat moet, dat moet (zucht). Ik dacht; ik ga toch niet kijken op het venstertje hoe erg het gesteld is. Maar jawel; de dokter was zo vriendelijk om het getal (oei, zoveel??) even hardop uit te spreken. Daar was dus geen ontkomen meer aan. Met één blik in mijn dossier constateerde hij dat ik toch wel weer ietsjes was gegroeid. (zucht; alsof ik dat zelf niet wist)
Maar oke, er moet iets gebeuren en daarom ben ik sinds afgelopen zondag aan het lijnen. Nou ja, ik probeer te lijnen. Want in de praktijk valt dat dus echt niet mee.
Vooral niet als je zo van lekker eten en lekkere dingen houd als ik.
En als ik trek in iets krijg kan ik (volgens Sonja) beter een stukje fruit eten en daarom ligt er nu fruit op onze, anders altijd zo lege, fruitschaal. En dat terwijl ik dus absoluut géén fruiteter ben.
Ik probeer het heus wel, maar als er één bakje nectarines door is, heb ik voor de rest van dit jaar genoeg fruit gegeten. Bij wijze van spreken, dan hè.
Wát ik vooral moet laten staan, zijn dus de repen chocola die Albert regelmatig koopt, of die lekkere ham-kaas-broodjes bij 't Stoepje weg. Géén 48+ kaas, maar magere kaas op brood. En in plaats van dat handjevol noten, dus plakjes komkommer en kleine tomaatjes. (slik) Maar oke, ik doe het voor een goed doel. Ik moet die broek weer aan, en mijn trouwring weer om.
'k Ben benieuwd hoelang ik het deze keer vol houd....:
woensdag 1 juni 2011
komkommercrisis
Het is komkommercrisis bij de Duiters. En niet alleen bij de Duitsers; want wij (Nederland) schijnen komkommers aan Duitsland te exporteren en op ónze komkommers zat, volgens de Duiters, de gevreesde EHEC-bacterie.
Ik werd op slag naar.
Ik had vorige week nog een komkommersalade voor mezelf gemaakt. De komkommer overigens wel geschild én gewassen, maar toch kreeg ik plots een vieze smaak in m'n mond. Er lag nog een stuk in de koelkast en die heeft meteen een nieuwe bestemming gekregen; de afvalemmer.
Van mijn moeder krijg ik een telefoontje dat ik geen komkommer, sla en andere rauwkost mag eten. En ik beloof plechtig dat ik dat ook niet zal doen.
Maar mijn eega vind het allemaal een beetje overdreven. "Ik durf gerust een komkommer te eten," merkt hij stoer op. En dat zet me aan het denken.
Normaal gesproken ben ik ook niet zo van de paniekvoetbal. En als je er goed bij nadenkt; wat kan je tegenwoordig nog wél veilig eten?? Er is altijd wel íets met ons voedsel.
BSE-koeien, dioxinekippen en eieren, varkenspest etc etc....!!! Een tijdje geleden werd gewaarschuwd voor etenswaren (groenten en fruit) die uit Japan afkomstig zijn. Dit in verband met de kernramp die het land na de aardbeving en tsunami trof.
Is er überhaupt nog iets dat we veilig naar binnen kunnen schuiven, zonder het risico te lopen dat we ernstig ziek worden??
Wat de komkommercrisis in Duitsland betreft vraag ik me af óf het wel om de komkommer gaat. Waarom zijn andere delen van Duitsland dan niet 'besmet'?? Daar gaan toch ook komkommers uit Nederland en Spanje naar toe? Waarom word er in de media steeds vermeld dat buitenlanders, die ziek worden, naar Noord Duitsland zijn geweest?? Is het niet heel toevallig dat alle ziekmeldingen zo rondom Hamburg liggen?
Ik vraag me dus af of er niet iets in het Duitse leidingwater rondom deze stad zit. Want rauwkost en rauwkostgerelateerde producten zijn de enige etenswaren wat je na het schoonmaken (in dit vervuilde water??) rauw eet. Andere groente, maar ook thee en koffie, worden natuurlijk verhit. 't Is gewoon een ideetje dat bij mij opkwam.
En op een bepaalde manier stelt het mij ook meteen geruster; het probleem ligt helemaal niet bij óns!!!
Gisteren werd door onze eigen overheid overigens verteld dat er niets mis met onze komkommers is. Wij kunnen dus met een gerust hart de Hollandse komkommer blijven eten. En dat dus doe ik ook maar gewoon....!!!
Ik werd op slag naar.
Ik had vorige week nog een komkommersalade voor mezelf gemaakt. De komkommer overigens wel geschild én gewassen, maar toch kreeg ik plots een vieze smaak in m'n mond. Er lag nog een stuk in de koelkast en die heeft meteen een nieuwe bestemming gekregen; de afvalemmer.
Van mijn moeder krijg ik een telefoontje dat ik geen komkommer, sla en andere rauwkost mag eten. En ik beloof plechtig dat ik dat ook niet zal doen.
Maar mijn eega vind het allemaal een beetje overdreven. "Ik durf gerust een komkommer te eten," merkt hij stoer op. En dat zet me aan het denken.
Normaal gesproken ben ik ook niet zo van de paniekvoetbal. En als je er goed bij nadenkt; wat kan je tegenwoordig nog wél veilig eten?? Er is altijd wel íets met ons voedsel.
BSE-koeien, dioxinekippen en eieren, varkenspest etc etc....!!! Een tijdje geleden werd gewaarschuwd voor etenswaren (groenten en fruit) die uit Japan afkomstig zijn. Dit in verband met de kernramp die het land na de aardbeving en tsunami trof.
Is er überhaupt nog iets dat we veilig naar binnen kunnen schuiven, zonder het risico te lopen dat we ernstig ziek worden??
Wat de komkommercrisis in Duitsland betreft vraag ik me af óf het wel om de komkommer gaat. Waarom zijn andere delen van Duitsland dan niet 'besmet'?? Daar gaan toch ook komkommers uit Nederland en Spanje naar toe? Waarom word er in de media steeds vermeld dat buitenlanders, die ziek worden, naar Noord Duitsland zijn geweest?? Is het niet heel toevallig dat alle ziekmeldingen zo rondom Hamburg liggen?
Ik vraag me dus af of er niet iets in het Duitse leidingwater rondom deze stad zit. Want rauwkost en rauwkostgerelateerde producten zijn de enige etenswaren wat je na het schoonmaken (in dit vervuilde water??) rauw eet. Andere groente, maar ook thee en koffie, worden natuurlijk verhit. 't Is gewoon een ideetje dat bij mij opkwam.
En op een bepaalde manier stelt het mij ook meteen geruster; het probleem ligt helemaal niet bij óns!!!
Gisteren werd door onze eigen overheid overigens verteld dat er niets mis met onze komkommers is. Wij kunnen dus met een gerust hart de Hollandse komkommer blijven eten. En dat dus doe ik ook maar gewoon....!!!
Abonneren op:
Posts (Atom)